Automatisch spuitapparaat Mikro 3
6 Montage
6.1
Veiligheid
Personeel.
n
Vakpersoneel
Beschermingsuitrusting:
De keuze van de beschermingsuitrusting is afhankelijk van de montageomstandigheden ter
plekke. Om de juiste beschermingsuitrusting te kiezen moeten de geldende nationale veiligheids-,
ongevallenpreventie-, werkbeschermings- en milieubeschermingsvoorschriften in acht genomen
worden.
WAARSCHUWING!
Letselgevaar bij ondeskundige montage!
Tijdens het bedrijf treden terugstootkrachten en trillingen op. Als het spuitapparaat niet correct
is bevestigd, kan het losraken en tot ernstig lichamelijk letsel of aanzienlijke materiële schade
leiden.
Daarom:
–
Let op correcte bevestiging van het spuitapparaat.
VOORZICHTIG!
Letselgevaar door scherpe randen!
Scherpe randen en spitse hoeken aan onderdelen kunnen schaaf- en snijverwondingen aan
de huid veroorzaken.
Daarom:
–
Bij het werken aan of in de buurt van scherpe randen en spitse hoeken voorzichtig zijn.
–
In twijfelgeval beschermende handschoenen dragen.
6.2
Algemene montage-aanwijzingen
De volgende algemene aanwijzingen m.b.t. installatie in acht nemen:
n
De montage en inbedrijfname alleen conform de in deze handleiding beschreven handelings-
stappen uitvoeren.
n
Ervoor zorgen, dat de gebruikte slangen wat betreft druk, chemische en mechanische belas-
tingen voldoen aan de eisen.
n
Het automatische spuitapparaat alleen na reglementaire bevestiging op een geschikte drager-
constructie gebruiken.
n
Ervoor zorgen, dat de aangesloten perslucht olievrij en vrij van vaste stoffen is.
n
Het automatische spuitapparaat met gezuiverde, gedroogde perslucht gebruiken (luchtkwali-
teit conform DIN ISO 8573-1: kwaliteitsklasse 4).
200-0152 ■ 200-0154 ■ 200-0190
NEDERLANDS
NL–17