Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
.RRN]RQHNQRSSHQ
)XQFWLHNHX]HNQRS
EHGLHQLQJVWRHWVHQ
Schakelaars
De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om
in en uit te schakelen op de schakelaar drukken.
De kookplaat
.RRN]RQH FP
.RRN]RQH FP
Kookzoneknoppen
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Stand
Nulstand
ý
1-9 Kookstanden
Extra inschakeling
î
Extra inschakeling
ð
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
6
PHW GLVSOD\ HQ
GUDDLNHX]HNQRS
2YHQODGH
RI EUDDG]RQH
[ FP
Betekenis
De kookzone is uitgeschakeld.
1 = laagste stand
9 = hoogste stand
De braadzone inschakelen
De grote kookzone met twee rin-
gen inschakelen
Overzicht
Afhankelijk van het apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
FOHDQ
WHVW K PLQ PLQ VHF
NJ
5HVWZDUPWHLQGLFDWLH
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmteindicatie. Deze laat zien welke kookzones nog heet
zijn. Ook wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, is de indicatie
verlicht tot de kookzone voldoende is afgekoeld.
U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en
bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden.
De oven
U stelt de oven in met de functiekeuze- en de draaiknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in. Op het display verschijnt voor elke
verwarmingsmethode een voorgestelde waarde.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
.RRNSODDW YDQ
JODVNHUDPLHN
.RRN]RQHNQRSSHQ
.RHOYHQWLODWRU
2YHQZDJHQ
.RRN]RQH
FP
.RRN]RQH PHW
WZHH ULQJHQ
HQ FP