13.
Neem de stekker G uit de aansluiting
van de aansteker of het extra
elektrisch aansluitpunt.
14.
Draai de slang C snel van het ventiel
los en breng de beschermdop A
aan. Draai het ventieldopje vast.
15.
Laat de fles afdichtmiddel K in de
flessenhouder E zitten.
16.
Zorg ervoor dat de set, de
flessendop en de oranje dop veilig
worden opgeborgen, maar makkelijk
bereikbaar zijn. De set kan weer
nodig zijn wanneer u de
bandenspanning controleert.
17.
Ga onmiddellijk ongeveer drie
kilometer (twee mijl) rijden, zodat het
afdichtmiddel het lek kan afdichten.
N.B.: Wanneer het afdichtmiddel in de
band wordt gepompt, kan de druk
toenemen tot 6 bar (87 psi) maar deze
neemt na ca. 30 seconden weer af.
WAARSCHUWING
Wanneer u heftige trillingen,
onbalans in het stuurwiel of lawaai
tijdens het rijden waarneemt, minder
dan snelheid en rijd voorzichtig naar een
plaats waar u veilig kunt stoppen.
Controleer de band en de
bandenspanning opnieuw. Wanneer de
bandenspanning lager is dan 1,3 bar (19
psi) of wanneer er scheuren, knobbels of
dergelijke zichtbaar zijn, hervat dan uw
reis niet met deze band.
Bandenspanning controleren
1. Stop na ongeveer drie kilometer (twee
mijl) te hebben gereden. Controleer
en corrigeer zo nodig de spanning van
de beschadigde band.
2. Sluit de set aan en lees de
bandenspanning af op de drukmeter
F.
Velgen en banden
3. Wanneer de spanning 1,3 bar (19 psi)
4. Herhaal de procedure om de band
5. Controleer de bandenspanning
6. Zodra u de band op de juiste spanning
7. Laat de fles afdichtmiddel K in de
8. Rijd naar de dichtstbijzijnde
N.B.: Bedenk dat een
bandenreparatieset slechts voor tijdelijke
mobiliteit zorgt. Voorschriften aangaande
bandreparatie na gebruik van de
bandenreparatieset kunnen per land
verschillen. Raadpleeg een
bandenspecialist voor advies.
Technische specificatie (bladzijde
223). Controleer voortdurend de
bandenspanning tot de band is
vervangen.
220
of hoger is, breng de band dan op de
voorgeschreven spanning. Zie
Technische specificatie (bladzijde
223).
weer op spanning te brengen.
nogmaals met de drukmeter F.
Wanneer de spanning te hoog is, laat
dan de spanning afnemen met behulp
van de aflaatklep B.
hebt gebracht: zet de
compressorschakelaar H in de stand
0, trek de stekker G uit de
contactdoos, draai de slang C los,
draai het ventieldopje vast en breng
de beschermdop A weer aan.
flessenhouder E zitten en bewaar de
set veilig op zijn oorspronkelijke plaats.
bandenspecialist om de beschadigde
band te laten vervangen. Vertel,
voordat de band van de velg wordt
afgenomen, de bandenspecialist dat
de band een afdichtmiddel bevat.
Vervang de set zo snel mogelijk na
eenmalig gebruik.
WAARSCHUWING
Voordat u wegrijdt moet de band
de voorgeschreven
bandenspanning hebben. Zie