S S t t a a r r t t e e n n
7. Sluit het andere uiteinde van de rode, positieve (+) startkabel aan op de
positieve (+) accupool op de goede accu.
8. Sluit de zwarte, negatieve (-) startkabel aan op de negatieve (-) accupool
op de goede accu. Zorg ervoor dat het andere uiteinde van de startkabel
niet in contact komt met een voorwerp dat elektriciteit geleidt.
G G e e v v a a a a r r l l i i j j k k e e s s p p a a n n n n i i n n g g ! !
Let erop dat u GEEN positieve verbinding maakt op de startmotor, die
zich rechts boven de startmotor bevindt.
9. Sluit de zwarte, negatieve (-) startkabel aan op de onderste
startmontagebout op de motor van de unit.
10. Als u een voertuig gebruikt om de unit te starten, start u het voertuig en
laat u het gedurende een aantal minuten in bedrijf. Zo wordt de ontladen
accu geladen.
V V e e r r w w o o n n d d i i n n g g s s g g e e v v a a a a r r ! !
Houd uw handen, kleding en gereedschap uit de buurt van ventilatoren en/
of riemen bij het werken aan een draaiende unit of bij het openen of sluiten
van de servicekleppen van de compressor. Losse kleding kan vast blijven
zitten in bewegende ventilatoren, riemschijven of riemen, wat ernstig letsel
of mogelijk de dood tot gevolg kan hebben.
11. Schakel de unit in en laat deze automatisch opstarten of start deze
handmatig. Neem, als de unit niet aanslaat of start, contact op met een
gekwalificeerde monteur.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : : Sommige units met microprocessors zullen een alarmcode
weergeven en pas een nieuwe opstartpoging van de unit doen als
de accuspanning minimaal 10 Volt is.
12. Verwijder, na het starten van de unit, de startkabels in omgekeerde
volgorde: (–) uit de startmontagebout van de unit, zwart negatief (–) uit
de goede accu, rood positief (+) uit de goede accu en rood positief (+) uit
de accu van de unit (die ontladen was).
54
WAARSCHUWING
GEVAAR
TK 61452-2-OP-NL