Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

elco R 600 Bedienings- En Installatiehandleiding pagina 12

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie
Aansluiten
1
2
4
5
11
10
12
Gasaansluiting
3
De gasaansluiting mag uitsluitend
door gecertificeerde bedrijven worden
aangesloten. Hierbij dienen de (inter)
nationale en lokale normen en voor-
schriften in acht genomen te worden.
Sluit de gasleiding van het systeem
spanningsvrij aan op de gas-
aansluiting (1) van het toestel. Er
dient een gasafsluiter direct achter
het toestel geplaatst te worden.
Een gasfilter (optioneel) kan direct op
het toestel worden aangesloten,
alvorens de gasleiding van het
systeem te monteren.
Rookgasafvoer
Regelgevingen met betrekking tot de
constructie van
rookgasafvoersystemen zijn per land
zeer verschillend. Bij aan-sluiten van
de rookgasafvoer van het toestel
dienen alle lokaal geldende voor-
schriften ten behoeve van rookgas-
afvoersystemen in acht genomen te
worden.
6
Sluit de rookgasafvoerbuis aan op de
aansluiting (2) van het toestel, maak
hierbij uitsluitend gebruik van afvoer-
systemen met een naadloze aanslui-
ting. Een aparte condensafvoer voor
het rookgasafvoersysteem is niet
noodzakelijk, aangezien het conden-
saat via de sifon van het toestel afge-
voerd kan worden. Let op volgende
punten:
Gebruik van RVS of kunststof (PPS)
rookgasafvoersystemen wordt
aanbevolen
De diameter van het
rookgasafvoersysteem dient te
worden berekend volgens de
geldende lokale normen
De lengte van de rookgasafvoerbuis
dient zo kort mogelijk gehouden te
worden (zie palnningsdocumentatie
voor maximale afvoerlengte)
Horizontale afvoerdelen dienen onder
een afschot van tenmiste 5º te
worden gemonteerd
Luchtinlaat
De luchtinlaat kan worden aangesloten
wanneer het toestel als gesloten
uitvoering wordt gebruikt. De diameter
van de inlaatbuis dient, samen met de
rookgasafvoer, berekend te worden
volgens de geldende lokale
voorschriften. De totale weerstand van
rookgasafvoer en luchtinlaat mag niet
groter zijn dan de maximaal toelaatbare
weerstand (zie hoofdstuk
"Technische gegevens").
Wanneer het toestel als open toestel
wordt geïnstalleerd, dient er een lucht-
inlaatbuis met verticaal leidingdeel tot
boven het toestel te worden
aangesloten.
Electrische aansluitingen
De electrische aansluitingen mogen
uitsluitend door gecertificeerde
bedrijven worden aangesloten. Hierbij
dienen de (inter)nationale en lokale
normen en voorschriften in acht
genomen te worden.
De voeding van het toestel dient te
worden aangesloten middels een all-
polige hoofdschakelaar met een
minimale contactafstand van 3 mm.
Deze schakelaar kan tevens worden
gebruikt om het toestel spanningsloos
te maken voor onderhoudswerk-
zaamheden.
Alle kabels kunnen via de doorvoering
aan de achterzijde van de ketel (10)
door de kabelbalk (11) geleid worden
tot in het aansluit- paneel (12) aan de
voorzijde van het toestel.
Sluit alle kabels aan op de klemmen-
strook, zie electroschema (in envelop
12
aan achterzijde van het toestel) voor de
betekenis van de aanwezige klemmen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave