8.2
ONDERHOUD AAN DE INLAATCOMBINATIES
De bedieningsknop van de ontlastklep (figuur 6, nr. 29 & 33) moet regelmatig
bediend worden om kalkafzetting op de klep te verwijderen. Dit voorkomt dat de
ontlastklep geblokkeerd raakt.
Let op!
2
De afvoer van de ontlastklep aan de inlaatcombinatie dient in open
verbinding met de atmosfeer gelaten te worden.
8.3
LEKBAK SCHOONMAKEN
De lekbak (figuur 5, nr. 19) van de Modul-AIR is intern met een gewapende kunststofslang
aangesloten op een kunststof afvoertrechter (figuur 6, nr. 8) om het condenswater af te
voeren. Deze condens wordt gevormd omdat het vocht uit de warme binnenlucht
condenseert op de koude verdamper. Dit wordt opgevangen in de lekbak.
De lekbak dient jaarlijks te worden gecontroleerd en wanneer nodig te worden
schoongemaakt. Dit gaat als volgt:
1. Zet de werkschakelaar uit om het toestel spanningsloos te maken.
Waarschuwing!
Kans op elektrische schok:
• Maak de Modul-AIR altijd spanningsloos voordat je het apparaat
6
installeert, openmaakt of onderhoud uitvoert. Beveilig het apparaat
tegen onbedoeld opnieuw inschakelen.
• Zorg ervoor dat de Modul-AIR spanningsloos blijft gedurende de
installatie, totdat expliciet genoemd wordt dat er spanning op het
apparaat mag.
2. Verwijder het frontpaneel aan de voorzijde van de Modul-AIR (zie figuur 24).
3. Verwijder het filterdeksel en vervolgens het frontpaneel van de WP-unit door de
schroeven los te draaien.
4. Controleer de lekbak op eventueel aanwezig condenswater en verstoppingen.
− Verstopping verhelpen: verwijder eventueel aanwezig materiaal dat de
lekbakafvoer belemmert en controleer op een goede doorstroming.
− Schoonmaken: maak vervolgens de lekbak rond het afvoerpunt schoon met
een stoffen doek.
5. Plaats het frontpaneel van de WP-unit terug en schroef vast.
6. Plaats het frontpaneel van het apparaat terug met de onderzijde in de
gleuven en druk deze op zijn plaats.
7. Zet de werkschakelaar aan om het apparaat in te schakelen.
89