6. Plaats het filterdeksel op dezelfde manier terug en draai vast. Zorgt dat het deksel
niet omgedraaid wordt.
7. Wanneer er een ClimateControl aanwezig is:
a. Verwijder het frontpaneel door de vier grote schroefdoppen los te draaien.
b. Haal de filterset uit de ClimateControl (figuur 7, nr. 2 en 3).
− Schoonmaken: Maak de filterset voorzichtig schoon met een stofzuiger.
Zorg ervoor dat de structuur van het filter niet aangetast wordt door te
hoge zuigkracht.
Gebruik geen water of andere vloeistoffen om te reiningen.
Controleer of het filterset niet is beschadigd
− Vervangen: Vervang het oude filterset met een nieuw filterset.
c. Plaats het filterset terug.
d. Plaats het frontpaneel terug en draai vast.
8. Plaats het frontpaneel van de Modul-AIR terug.
9. Zet de werkschakelaar aan om het apparaat in te schakelen.
Vervang het filter in ieder geval ieder jaar, zelfs als deze schoon lijkt verzamelt en
hoopt vuil op in het filter en dat beïnvloedt de werking.
Tip!
Nieuwe filters kunnen worden gekocht bij de groothandel via uw
installateur.
8.1.1
DE FILTERMELDING RESETTEN
De filtermelding is eenvoudig te resetten, waarna deze opnieuw start met aftellen tot
de volgende herinnering. De filtermelding resetten gaat als volgt:
1. Druk op het filter vervangen / schoonmaken icoon op het display.
De volgende tekst verschijnt op het display: Vervang filter of schoonmaken.
2. Voer het filteronderhoud uit (zie §8.1).
3. Druk op het vinkje Vervang filter of schoonmaken als je het filteronderhoud
hebt uitgevoerd.
De volgende tekst verschijnt op het display: Filter vervangen /schoon?
4. Druk op het vinkje Ja.
88