Inhoudsopgave
Advertenties
6. Wanneer het totale ventilatiedebiet op stand Normaal afwijkt zijn er een aantal opties:
a. Pas de instelling Ventilator Blue toename in koeling aan om de
ventilatorsnelheid aan te passen.
b. Indien optie a niet voldoende is en er is een ClimateControl module
aangesloten: Pas de instelling Ventilator CCM toename in koeling aan.
Indien de ClimateControl module gebruikmaakt van recirculatie, zal dit altijd
nodig zijn.
c. Indien optie a niet voldoende is en er is geen ClimateControl module
aanwezig: Begrens de gemotoriseerde luchtklep in hoe ver deze open gaat.
Dit kan veelal door de openloopstop te verplaatsen zodat de klep niet geheel
open kan lopen.
7. Controleer het totaaldebiet wat in deze stand tijdens koeling wordt gehaald. Meet
hiervoor de luchtsnelheid in de luchtafvoerbuis (zie figuur 58, punt C).
Figuur 58 De luchtsnelheid in de luchtafvoerbuis meten.
Let op!
2
Het totaaldebiet mag niet lager zijn dan 450 m
koelen.
Tip!
Een hotwire-anemometer meet de luchtsnelheid in m/s. Samen met het
oppervlak van de doorsnede van het kanaal kan het luchtdebiet in m
worden bepaald. Soms zit in de anemometer een functie ingebouwd
waarmee het luchtdebiet direct kan worden berekend. Hiervoor moet dan
de kanaaldiameter worden ingevoerd. Met de volgende formule kun je zelf
het debiet berekenen:
• Luchtsnelheid (m/s) x kanaaloppervlakte (m
luchtdebiet (m
/h)
3
/h om effectief te kunnen
3
3
) x 3600 (s/h) =
2
/h
77
Advertenties
Inhoudsopgave
