Inhoudsopgave
Advertenties
Let op!
Het luchtafvoerkanaal vanaf de Modul-AIR naar de dakdoorvoer dient
star aangesloten te worden met thermisch geïsoleerde, dampdichte buis
2
met een inwendige diameter van 160 mm (Red) en 200 mm (Blue). Dit is
nodig om aan de geluidsspecificaties te voldoen en om condensvorming
te voorkomen. Gebruik hiervoor Aerfoam- of Thermoduct-buizen met
voldoende thermische isolatie.
Let op!
De temperatuur van de afgevoerde lucht kan bij de Modul-AIR Blue
2
variëren tussen -18
voldoende isolatie zodat er geen ongewenst condensvorming kan
ontstaan.
Let op!
2
Om problemen door condens te voorkomen, zorg dat de motorklep
thermisch gescheiden is van het buitenlucht ventilatiekanaal.
Let op!
Voor de geïsoleerde luchtkanalen die de koele lucht de woning inblazen
2
(Blue) is de minimale inblaastemperatuur bij niet-condenserend koelen
18
C en bij condenserend koelen 5
o
hier dat er geen ongewenst condensvorming kan ontstaan.
1. Sluit het luchtkanaal met de af te voeren lucht van het ventilatiesysteem aan op de
opening voor ingaande lucht van de Modul-AIR (figuur 38 of 39). Plaats hierbij een
geluidsdemper zo recht mogelijk in het luchtkanaal. Voorkom haakse bochten en
vermijd of minimaliseer het aantal knikken.
2. Sluit de doorvoer naar buiten aan op de opening voor uitgaande lucht van de
Modul-AIR (figuur 38 of 39).
5.6
ELEKTRISCH AANSLUITEN
Elektrische aansluitingen op de Modul-AIR
De elektrische aansluitingen op de Modul-AIR bevinden zich op de besturingsunit,
weergegeven in figuur 41.
Let op!
2
De Aansluitkaart (J5 t/m J10) is alleen aanwezig in de Modul-AIR Blue.
46
C en 60
C. Gebruik voor de geisoleerde kanalen
o
o
C (toekomstige functie). Zorg ook
o
Advertenties
Inhoudsopgave
