Functies van instrumenten en bedieningselementen
Toerenteller
2
1
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar "ON" wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller helemaal
uit tot het hoogste aantal toeren per minuut
en keert daarna weer terug naar nul tpm om
het elektrische circuit te testen.
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 9000 tpm en hoger
Brandstofniveaumeter
1
1. Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van "F" (vol) naar "E"
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
Wanneer de sleutel naar "ON" wordt ge-
draaid, lichten alle displaysegmenten één
keer op om het elektrische circuit te testen.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit van de brandstofni-
veaumeter, gaan de segmenten van de
brandstofniveaumeter knipperen. Vraag
een Yamaha dealer de machine te contro-
leren.
Eco-controlelampje
DCA10032
1. Eco-controlelampje "ECO"
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKING
Hierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
GEAR
N
lereren niet te hoog op.
A.TEMP
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
C.TEMP
is voor de snelheid van de machine.
3-11
1
3
GEAR
N
A.TEMP
C.TEMP