Inhoudsopgave
Advertenties
Opstelling en eerste ingebruikneming
3.9 Basisregels voor de montage van de gasafvoerbuis:
De gasafvoerbuis moet stevig op de gasafvoeraansluiting zijn bevestigd.
De doorsnede van de gasafvoerbuis mag niet worden verkleind.
De gasafvoerbuis mag niet met een helling ten opzichte van de schoorsteen worden aangelegd. Een
stijgende buisleiding of een loodrecht leidend buisstuk (stijgroute) is aanbevolen.
De gasafvoerbuis mag niet in de vrij doorsnede van de schoorsteen komen.
De gasafvoerbuis moet roetbrandbestendig zijn, bijv. stalen buis met een wanddikte van minstens
2 mm.
De vereiste of voorgeschreven afstanden tussen de gasafvoerbuis en brandbare bouwmaterialen
moeten in acht worden genomen.
De aansluiting op de schoorsteen moet met een geschikt aansluitingsstuk gebeuren. Naargelang de
bouwwijze of de vergunning van de schoorsteen kunnen dit bijv. overeenkomstige vormstukken in
aardewerk of wandvoeringen zijn.
De aansluiting op de schoorsteen moet gebeuren op dezelfde verdieping als waarop de kachel
is opgesteld. De gasafvoerbuis mag niet op andere verdiepingen of in andere wooneenheden/
nutseenheden worden geleid.
Gasafvoerbuizen mogen niet in plafonds, muren of ontoegankelijke holten worden geplaatst.
Voor de vereisten voor de schoorsteen, zie ook "2.3 Vereisten voor de schoorsteen" op pagina 10.
18
Advertenties
Inhoudsopgave
