Fysieke/technische geschiktheid van de schoorsteen: De schoorsteen moet in staat zijn om de
uitlaatgassen voldoende veilig af te voeren en de nodige opvoerdruk op te bouwen, eventueel is het
nodig om al in de planningsfase met een berekening aan te tonen dat de schoorsteen voldoende goed
functioneert, volgens DIN EN 13384.
De schoorsteen moet in staat zijn om de minimale opvoerdruk op te bouwen als de kachel in gebruik
is (zie "9. Technische gegevens" op pagina 53 en "2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk" op
pagina 11).
Bij te lage werkdruk is het niet mogelijk om de kachel te gebruiken volgens de gestelde vereisten.
De werkdruk van de schoorsteen mag de maximale opvoerdruk niet overschrijden als de kachel in
gebruik is (zie "9. Technische gegevens" op pagina 53 en "2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk"
op pagina 11).
Als er een te sterke opvoerdruk is, verhoogt het brandstofverbruik, de temperatuur in de
verbrandingskamer en het vrijgegeven vermogen. Zo verhoogt ook de belasting en de slijtage van de
onderdelen, vermindert de effi ciëntie en komen er meer schadelijke stoffen vrij.
Er moet eventueel een geschikte smoorklep of tochtregeling worden voorzien (bijv. trekinrichting).
Alle op dezelfde schoorsteen uitkomende openingen, zoals bijv. andere aansluitings- en
reinigingsopeningen, moeten gesloten zijn.
De UNICA is in principe geschikt voor een meervoudige confi guratie. Daarvoor moet de schoorsteen
en alle haarden die erop zijn aangesloten technisch en formeel geschikt zijn voor een meervoudige
confi guratie.
Bij meervoudige confi guratie van de schoorsteen zou de verticale minimale afstand tussen twee
schoorsteenaansluitingen minstens 30 cm moeten bedragen, overbezetting van de schoorsteentrek
moet worden vermeden, te veel aansluitingen hinderen de opwaartse trek.
Alle kachels die op dezelfde schoorsteen zijn aangesloten, moeten geschikt zijn voor meervoudige
confi guratie. Informeer bij uw schoorsteenveger!
De schoorsteen mag geen valse trek bevatten. Buisverbindingen en schoorsteenaansluitingen moeten
voldoende dicht worden gemaakt, de onderste en evt. andere reinigingsopeningen moeten goed
functioneren en afgedicht zijn!
2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk
De nodige totale opvoerdruk van de kachel is de som van alle individuele drukwaarden. Alle betreffende
individuele waarden moeten worden gecontroleerd. De totale opvoerdruk moet voor elke kachel,
naargelang de constructie van de uitlaatgasleiding, afzonderlijk worden bepaald.
Planningsgegevens
11