Inbouw of ombouw van overeenkomstige huishoudapparaten, bijv. wasdrogers met afvoerlucht,
centrale stofzuiginstallaties.
Veranderingen aan de dichtheid van het gebouw, bijv. door het inbouwen van nieuwe vensters of
deuren, isolatie van het dak, aanbrengen van verbeterde isolatie.
1.5 Gevaren door ongeschikte brandstoffen
Er mogen alleen maar geschikte brandstoffen worden gebruikt!
Het verbranden van afval of ongeschikte brandstoffen is niet toegelaten, schadelijk voor
het milieu en gevaarlijk.
De UNICA is uitsluitend geschikt voor gekloofd hout, houtbriketten en bruinkoolbriketten. Uitvoerige
informatie over de voorziene brandstoffen vindt u in "4.1 Brandstoffen" op pagina 21.
1.6 Gevaren door sluiten van de luchtschuif.
De verbrandingslucht mag in geen geval volledig afgesloten worden zolang er nog overwegend geelachtige
vlammen te zien zijn. (Uitgezonderd in geval van schoorsteenbrand, zie "1.8 Juiste handelwijze bij
schoorsteenbrand" op pagina 8).
1.7 Gevaren door slecht functionerende schoorsteen
Voor een juiste en veilige werking van de kachel, moet de schoorsteen voldoende trekken. Vooral in de
overgangstijd – herfst of lente – of bij ongunstige weersomstandigheden (bijv. sterke wind, nevel, slecht
weer enz.) kan het zijn dat de schoorsteen niet voldoende lucht opvoert. Hiermee moet u absoluut rekening
houden als u een kachel gebruikt.
Veiligheidsaanwijzigen
7