Planningsgegevens
De gemeenschappelijke werking van verluchtingsinstallaties en kachels is daarom niet toegestaan zonder
overeenkomstige geschikte maatregelen, zie daarvoor absoluut ook Veiligheidsaanwijzigen.
Luchtafzuigingsinstallaties kunnen de toevoer van lucht naar de kachel verstoren!
Volgens de verwarmingsverordening zijn er extra veiligheidsinrichtingen voorzien. Voor de bewaking raden
we als bouwkundig toegelaten veiligheidsinrichting de LEDA-onderdrukregelaar LUC aan.
Verbrandingsluchttoevoer via rechtstreekse leiding van buiten
De leiding wordt rechtstreeks op de kachel aangesloten. Hiervoor staat een overeenkomstige
verbrandingsluchtaansluiting ter beschikking (als optioneel toebehoren verkrijgbaar). De UNICA trekt
de volledige verbrandingslucht uitsluitend via de opening in de achterwand van het apparaat of via de
luchtaansluiting op de achterkant van het apparaat.
In ieder geval is het aan te raden om een rechtstreekse en doorlopende leiding uit de buitenlucht naar de
kachel aan te leggen.
De verbrandingsluchtleiding moet worden geïsoleerd tegen condensvorming in de gebieden waarin
de leiding aan de buitenkant is omgeven door kamerlucht. De gebruikte isolatiematerialen moeten
dienovereenkomstig vochtafwerend zijn of van een dampafwerende laag voorzien zijn.
Verbrandingsluchttoevoer uit de kamer
Indien de verbrandingslucht uit de te verwarmen kamer zelf komt, moet er zeker voldoende luchttoevoer in
de kamer zijn. De minimale luchtverversing voor hygiëne in het gebouw mag in geen geval beperkt worden
door de werking van de kachel.
Verdere kachels of luchtafvoerinrichtingen in de opstellingsruimte of het verbrandingsluchtstelsel moeten
in beschouwing worden genomen, zie absoluut "1.4 Gevaar door onvoldoende verbrandingslucht" op
pagina 6.
13