8.1 Voor het eerste gebruik
!
LET OP
• Laat het systeem ongeveer 12 uur ingeschakeld voordat u het systeem na een lange
stilstandperiode opstart. Start het systeem niet onmiddellijk nadat u de voeding hebt
ingeschakeld. Dit kan namelijk leiden tot een storing in de compressor omdat de compressor dan
nog niet goed is verwarmd.
• Als u het systeem na ongeveer 3 maanden stilstand opnieuw wilt inschakelen, is het raadzaam
het systeem eerst door uw onderhoudsleverancier te laten nakijken.
• Als het systeem langere tijd ongebruikt gaat blijven, schakel dan de hoofdschakelaar uit. Omdat
de olieverwarming altijd ingeschakeld is zelfs wanneer de compressor niet werkt, wordt er
elektriciteit verbruikt tenzij de hoofdschakelaar wordt uitgeschakeld.
8.2 Voorafgaande controle
Wanneer de installatie is voltooid, stelt u het systeem volgens de hierna beschreven procedure in
bedrijf en draagt u het systeem over aan de klant. Voer de inbedrijfstelling van de units methodisch
uit, en controleer of de elektrische bedrading en het leidingwerk correct zijn aangesloten.
De binnen- en de buitenunit moeten door de installateur worden geconfigureerd om een correcte
instelling en werking te garanderen.
OPMERKING
Raadpleeg voor de inbedrijfstelling van de buitenunit de installatie- en bedieningshandleiding van
de buitenunit.
8.2.1 De unit controleren
• Controleer het externe aanzicht van de unit op schade als gevolg van het transport of de installatie.
• Controleer of alle panelen volledig gesloten zijn.
• Controleer of de aanbevolen serviceruimte gerespecteerd is (zie Serviceruimte-hoofdstuk in
de instructiehandleiding van de binnenunit en de installatie- en bedieningshandleiding van de
buitenunit).
• Controleer of de unit correct op de muur geïnstalleerd is.
8.2.2 Elektrische controle
!
LET OP
Gebruik het systeem pas nadat alle controlepunten zijn afgewerkt:
• Controleer of de elektrische weerstand groter is dan 1 MΩ door de weerstand te meten tussen
de aarde en de terminal van de elektrische onderdelen. Gebruik het systeem niet voordat
eventuele elektrische lekken zijn opgespoord en verholpen. Zet geen spanning op de klemmen
van de transmissie en sensors.
PMNL0641 rev.0 - 05/2023
8
35