4.
Klik op Typsiche installatie voor een lokale printer
en volg de instructies van de wizard om de lokale
printer te installeren.
Opmerking:
Raadpleeg de
systeembeheerder
instructies.
Als uw printer nog niet op de computer is
aangesloten, verschijnt het venster Apparaat
aansluiten. Nadat u het apparaat hebt aangesloten,
klikt u op Volgende. Als u de printer op dit moment
nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en op
Nee op het volgende scherm. Vervolgens wordt de
installatie gestart. Er wordt dan echter geen
testpagina afgedrukt aan het einde van de
installatieprocedure.
5.
Klik na de installatie op Voltooien.
Als de testafdruk zonder problemen wordt uitgevoerd,
kunt u doorgaan met de volgende instellingsprocedure in
dit document. Als de testafdruk niet goed wordt
uitgevoerd, raadpleegt u
pagina 171.
Netwerkprinter
Als u uw printer op een netwerk aansluit, moet u eerst de TCP/IP-instellingen voor de printer
configureren. Als de TCP/IP-instellingen zijn toegewezen en gecontroleerd, kan de software worden
geïnstalleerd op iedere computer op het netwerk.
1.
Controleer of de printer is ingeschakeld en met uw netwerk is verbonden. Raadpleeg de
Handleiding voor de systeembeheerder
Handleiding voor de
voor aangepaste installatie-
Problemen oplossen
op
voor informatie over aansluiting op een netwerk.
Afdrukken in Windows
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
93