Faxinstellingen
Faxinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse opties voor het instellen van het faxsysteem. Deze opties kunnen
door de gebruiker zelf worden ingesteld. U kunt de standaardinstellingen naar wens aanpassen.
In-/uitschakelen
Gebruik deze optie om de faxfunctie in of uit te schakelen:
Druk op Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
1.
2.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Faxinstellingen te selecteren en druk op OK.
3.
Voer het beheerderswachtwoord in met het toetsenbord. Raadpleeg
openen
op pagina 136 voor instructies.
4.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om In-/uitschakelen te selecteren en druk op OK.
5.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Ingeschakeld te selecteren en druk op OK. Druk op OK.
6.
Druk op Stop om terug te keren naar de gereedmode.
Verzenden
1.
Druk op Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
2.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Faxinstellingen te selecteren en druk op OK.
3.
Voer het beheerderswachtwoord in met het toetsenbord. Raadpleeg
openen
op pagina 136 voor instructies.
4.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Verzenden te selecteren en druk op OK.
Voor Verzenden zijn de volgende opties en instellingen beschikbaar:
Opmerking:
* geeft de fabrieksinstelling aan.
Optie
Aantal kiespogingen
Tijd tussen kiespog.
Kengetal kiezen
148
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
Beschrijving
U kunt het aantal kiespogingen
opgeven. Als u 0 invoert, vinden
er geen nieuwe kiespogingen
plaats.
Als de lijn van de ontvangende
fax bezet is, kan uw apparaat
het faxnummer automatisch
opnieuw kiezen. U kunt het
interval tussen de kiespogingen
instellen.
U kunt een prefix van maximaal
vijf cijfers instellen. Dit nummer
wordt dan altijd gekozen
voordat er een automatisch
kiesnummer wordt gevormd.
De systeeminstellingen
De systeeminstellingen
Instellingen
• 0-13 keer
• 1-15 minuten
• Fax: