Locaties voor uitvoer van de afdrukken
Het apparaat heeft twee uitvoerlocaties:
•
Opvangbak
(beeldzijde omlaag)
1
•
Achterklep
(beeldzijde omhoog)
2
Het apparaat stuurt de uitvoer standaard naar de opvangbak.
Voor bedrukte enveloppen en andere speciale media wordt de
achterklep aanbevolen.
De opvangbak gebruiken
De afgedrukte vellen belanden met de beeldzijde omlaag in de opvangbak, in de volgorde waarin ze
worden afgedrukt. De opvangbak moet voor de meeste afdrukopdrachten worden gebruikt.
Als u de opvangbak wilt gebruiken, moet u eerst controleren of de achterklep gesloten is.
Opmerkingen:
•
Als het papier in de opvangbak onregelmatigheden vertoont, zoals omgekrulde hoeken,
kunt u proberen om via de achterklep af te drukken.
•
Om het vastlopen van het papier te voorkomen, mag u de achterklep niet openen of
sluiten wanneer de printer bezig is met afdrukken.
De achterklep gebruiken
Bij gebruik van de achterklep wordt het papier met de beeldzijde omhoog afgeleverd. Bij het afdrukken
via de handmatige invoer naar de achterklep, volgt het papier een rechte papierbaan. Door de
achterklep te gebruiken kan de afdrukkwaliteit bij het afdrukken op speciaal papier worden verbeterd.
Trek aan de hendel om de achterklep te openen en klap de
binnenklep open. Als de achterklep open staat, worden afdrukken
naar de achterklep gevoerd.
Open bij het bedrukken van enveloppen en ander speciaal papier
de achterklep en trek de fuserrdrukhendels ongeveer 90 graden
naar beneden om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
VOORZICHTIG:
achterklep van uw apparaat kan bij gebruik zeer heet worden.
Wees altijd voorzichtig in deze zone.
De fuserzone aan de binnenkant van de
Locaties voor uitvoer van de afdrukken
1
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
2
21