Netwerkinstellingen
Netwerkinstellingen
U kunt de netwerkinstellingen opgeven via het display van het apparaat. Voor u dit doet, moet u
informatie hebben over de netwerkprotocollen en het computersysteem die worden gebruikt. Als u niet
zeker weet welke instellingen u moet gebruiken, kunt u uw systeembeheerder vragen om het apparaat
op het netwerk te configureren, of kunt u de
verdere instructies.
1.
Druk op Apparaatstatus op het bedieningspaneel.
2.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om Netwerkinstellingen te selecteren en druk op OK.
3.
Voer het beheerderswachtwoord in met het toetsenbord. Raadpleeg
openen
op pagina 136 voor instructies.
Voor Netwerkinstellingen zijn de volgende opties en instellingen beschikbaar:
TCP/IP v4
TCP/IPv6
Netwerkfuncties
Ethernet-snelheid
Netwerkpingtest
Instellingen wissen
Netwerkinfo afdrukken
4.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om de gewenste optie te selecteren en druk op OK.
5.
Druk op de pijl omhoog/omlaag om de gewenste instelling te selecteren en druk op OK om uw
selectie op te slaan.
6.
Stel zo nodig de overige opties voor Netwerkinstellingen in; druk als u klaar bent op Stop om
terug te gaan naar de gereedmode.
164
Xerox WorkCentre 3550
Handleiding voor de gebruiker
Handleiding voor de systeembeheerder
Optie
De systeeminstellingen
Beschrijving
Selecteer het protocol en de configuratieparame-
ters die u wilt gebruiken in de netwerkomgeving.
Hiermee worden 802.1x en CentreWare Internet
Services ingeschakeld.
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het net-
werk configureren.
Ping is een hulpprogramma voor netwerkbeheer en
wordt gebruikt om te testen of een bepaalde host
bereikbaar is via een IP-netwerk (Internet Protocol)
en om te meten hoe lang pakketten er over doen
om van de lokale host naar een bestemmingscom-
puter te worden verzonden, inclusief de eigen inter-
faces van de lokale host.
Hiermee zet u de huidige netwerkinstellingen terug
op de standaardinstellingen.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbin-
ding en -configuratie van uw apparaat.
raadplegen voor