Inhoudsopgave
Advertenties
24 Afzuigregeling van het kookveld
Wanneer beide apparaten Home Connect-compatibel
zijn, verbindt u de apparaten in de Home Connect app.
Verbind daarvoor beide apparaten met Home Connect
en volg de aanwijzingen in de app op.
Opmerkingen
¡ De bediening aan de afzuigkap heeft altijd voorrang.
Gedurende deze tijd is een bediening via de afzuig-
regeling van het kookveld niet mogelijk.
¡ In de netwerkgebonden stand-by-stand heeft het ap-
paraat max. 2 W nodig.
¡ U kunt de verbinding met de afzuigkap alleen via de
Home Connect app realiseren. Andere methoden
voor het verbinden worden niet langer ondersteund.
24.1 Home Connect instellingen resetten
Als de verbinding van uw apparaat met het WLAN-
thuisnetwerk (WiFi) problemen oplevert of als u uw ap-
paraat in een ander WLAN-thuisnetwerk (WiFi) wilt aan-
melden, dan kunt u de Home Connect instellingen re-
setten.
Opmerking: Wanneer u de Home Connect instellingen
reset, wordt ook de verbinding met een eventueel ver-
bonden afzuigkap verbroken.
1.
Raak
aan om de basisinstellingen te openen.
2.
Kies de instelling "afzuigkapbesturing".
3.
"Verbinding verbreken" aanraken.
24.3 Overzicht van de instellingen van de afzuigkapbediening
In de basisinstellingen van uw kookplaat kunt u het gedrag van uw afzuigkap afhankelijk van het inschakelen en uit-
schakelen van de kookplaat of afzonderlijke kookzones instellen.
Het display toont de instellingen alleen als het apparaat is verbonden met de afzuigkap.
Instelling
Ventilatorbesturing (automatische
start)
Naventilatie
1
Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaattype afwijken)
Keuze
Uitgeschakeld - De afzuigkap moet zo
nodig handmatig worden ingeschakeld.
Ingeschakeld met automatische modus
1
- De afzuigkap wordt bij inschakelen
van een kookzone ingeschakeld in de
automatische modus.
Ingeschakeld met standaard modus -
De afzuigkap wordt bij inschakelen van
een kookzone op een vooraf gedefini-
eerde stand ingeschakeld.
Ventilator uit.
Ingeschakeld in automatische modus.
Ingeschakeld met standaard naventila-
tie.
Geen wijziging van de ventilatorinstel-
lingen bij uitschakelen van de kook-
plaat.
Afzuigregeling van het kookveld nl
24.2 Bediening van de afzuigkap via de
kookplaat
In de basisinstellingen van uw kookplaat kunt u het ge-
drag van uw afzuigkap afhankelijk van het inschakelen
en uitschakelen van de kookplaat of afzonderlijke kook-
zones instellen.
Via de bedieningselementen van de kookplaat kunt u
nog meer instellingen aanbrengen.
Ventilator instellen
1.
aanraken in het instelbereik.
a Het display toont de vooringestelde ventilatorstand.
2.
Kies een ventilatorstand.
U kunt kiezen uit de standen 1, 2 en 3.
Raak om een intensiefstand in te stellen int 1 of int
2 aan.
Ventilator uitschakelen
1.
aanraken in het instelbereik.
2.
De ventilatorstand 0 kiezen.
Automatische modus inschakelen
1.
aanraken in het instelbereik.
2.
selecteren.
a Bij dampvorming start de ventilator automatisch.
Automatische modus uitschakelen
1.
aanraken in het instelbereik.
2.
De ventilatorstand 0 kiezen.
Verlichting van de afzuigkap instellen
U kunt het licht van de afzuigkap via het bedieningspa-
neel van de kookplaat inschakelen en uitschakelen.
▶
Raak in het hoofdaanzicht
in te schakelen.
Beschrijving
U kunt instellen of en hoe de ventilator
start, wanneer u de kookplaat inscha-
kelt.
U kunt instellen of en hoe de ventilator
1
verder draait, wanneer u de kookplaat
uitschakelt.
aan om de verlichting
25
Advertenties
Inhoudsopgave
