80
Instrumenten en bedieningsorganen
Led uit
: rijden op benzine
Led knippert : voorwaarden voor
overschakelen op rij‐
den op LPG controle‐
ren. Licht op als aan
de voorwaarden vol‐
daan is.
Led aan
: rijden op vloeibaar
gas
Led knippert
: LPG-tank is leeg of
vijf keer en
storing in LPG-sys‐
dooft
teem. Er verschijnt
een bericht op het Dri‐
ver Information Cen‐
ter.
Zodra de LPG-tank leeg is, wordt tot
aan het uitschakelen van het contact
automatisch op benzine overgescha‐
keld.
Brandstof voor het rijden op vloeibaar
gas 3 157.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur
aan.
linker zone
: motor nog niet op
bedrijfstempera‐
tuur
middelste
: normale bedrijfs‐
gedeelte
temperatuur
rechter zone
: koelvloeistoftem‐
peratuur te hoog
Voorzichtig
Stop en zet de motor af wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is. Kans op motorschade.
Controleer het koelvloeistofpeil
meteen.
Service-display
Het controlesysteem van de oliekwa‐
liteit laat u weten wanneer de motor‐
olie en het oliefilter moeten worden
vervangen. Afhankelijk van de rijom‐
standigheden, kan het aangegeven
vervangingsinterval van de motorolie
en het oliefilter aanzienlijk variëren.