● actieradius
● momentaan verbruik
● routebegeleiding
Dagteller 1 en 2
De informatie van twee dagtellers kan
door het indrukken van SET/CLR
apart worden gereset voor kilometer‐
teller, gemiddeld verbruik en gemid‐
delde snelheid, waardoor het moge‐
lijk is om verschillende tripinformatie
voor verschillende bestuurders weer
te geven.
Instrumenten en bedieningsorganen
Dagteller
De dagteller geeft de afgelegde af‐
stand vanaf een bepaalde reset weer.
De dagteller telt tot een afstand van
2000 km en start dan weer op 0.
Voor het resetten drukt u SET/CLR
enkele seconden in.
Actieradius
De actieradius wordt op basis van het
aanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het dis‐
play verschijnen gemiddelde waar‐
den.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐
radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er bij auto's met een
Uplevel- of Uplevel-Combi-display
een bericht.
Wanneer de tank onmiddellijk moet
worden bijgevuld, verschijnt er een
waarschuwingscode of waarschu‐
wingsbericht bij auto's met een Mid‐
level-, Uplevel- en Uplevel-Combi-
display.
Bovendien gaat de controlelamp i
in de brandstofmeter branden of knip‐
peren 3 88.
Actieradius LPG-versie
Bij auto's op LPG en Uplevel-display:
weergave van de actieradius bij be‐
nadering met de resterende brandstof
in elke betreffende brandstoftank met
benzine en LPG, samen met de totale
actieradius van beide brandstofsoor‐
ten samen. Schakel tussen de modi
door op SET/CLR te drukken.
Gemiddeld verbruik
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan altijd opnieuw
worden ingesteld en start met een
standaardwaarde.
Voor het resetten drukt u SET/CLR
enkele seconden in.
Bij auto's op LPG en Uplevel-display:
het gemiddelde verbruik wordt aan‐
gegeven voor de momenteel gese‐
lecteerde modus (LPG of benzine).
Momentaan verbruik
Weergave van het actuele verbruik.
99