De toets
h
indrukken.
3.
Op het display verschijnt een voorgesteld gewicht.
Voor sommige programma's hoeft u geen gewicht in te
voeren. In dit geval verschijnt
3
FDOF
Met de toets
of
het gewicht van het product invoeren.
@
A
4.
De toets
indrukken.
†
5.
Op het display kunt u het verloop van de tijdsduur van het
programma aflezen.
Eindtijd op een later tijdstip zetten
Bij enkele programma's kunt u de eindtijd op een later tijdstip
zetten. Het programma wordt later gestart en eindigt op het
gewenste tijdstip (zie het hoofdstuk: Tijdfuncties).
Programma afbreken
De toets
lang indrukken en de functiekeuzeknop naar
†
terugdraaien.
Einde van het programma
Er klinkt een signaal. De werking wordt beëindigd. De
functiekeuzeknop naar
Û
terugdraaien om het apparaat uit te
schakelen.
:
Kans op verbrandingen!!
Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom
ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur
voorzichtig openen. Buig u wanneer u het openmaakt niet over
de apparaatdeur. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn,
afhankelijk van de temperatuur.
Aanwijzingen voor de programma's
Alle programma's zijn geschikt voor de bereiding op één
niveau.
Het resultaat kan afhankelijk van de grootte en de kwaliteit van
de gerechten variëren.
Vormen
Gebruik de voorgestelde vormen. Alle gerechten worden
hiermee getest. Wanneer u andere vormen gebruikt, kan dit van
invloed zijn op het resultaat.
Plaats bij de bereiding in de bak met gaatjes ook altijd de bak
zonder gaatjes op hoogte 1. Vrijkomend vocht wordt
opgevangen.
Hoeveelheid/ Gewicht
Zorg ervoor dat de gerechten in de toebehoren niet hoger zijn
dan 4 cm.
Bij de automatische programma's is het gewicht van de
gerechten nodig. Geef bij afzonderlijke stukken altijd het
gewicht van het grootste stuk op. Het totale gewicht van de
gerechten dient binnen het vastgestelde gewichtsbereik te
liggen.
Bereidingstijd
Na de start van het programma wordt de bereidingstijd
weergegeven. Deze kan tijdens de eerste 10 minuten
veranderen, omdat de opwarmtijd o.a. van de temperatuur van
het gerecht en het water afhangt.
Groente klaarmaken P1 - P8
Kruid de groente pas na de bereiding.
Rijst klaarmaken P9 - P 10
Weeg de rijst af en voeg in de verhouding 1:1,5 water toe. Geef
het gewicht zonder vloeistof op. Roer de rijst na het koken om.
Het resterende water wordt snel opgezogen.
.
kg.
‹
‹‹
VWDUW
NJ
VWRS
Gevogelte garen P 11 P 13
Leg kipfilets of stukken kip niet op elkaar in de vorm. U kunt de
stukken kip van tevoren marineren.
Rosbief langzaam garen P 15
Gebruik voor rosbief het beste dikke rosbief. Het vlees eerst
goed aanbraden.
Lamsbout langzaam garen P 19
Het vlees eerst goed aanbraden.
Vis stomen P 21 P 22
Vet de bak met gaatjes in wanneer u de vis klaarmaakt.
Leg de hele vissen of visfilets niet op elkaar. Geef het gewicht
van de zwaarste vis op en kies stukken van zo gelijk mogelijke
grootte.
Broodvlecht bakken P 24
Laat het gistdeeg bij 40 °C stomen een half uur in de
stoombakoven rijzen
Rijstepap klaarmaken P 25
Weeg de rijst af en voeg er 2,5 keer zoveel melk aan toe. Vul
de toebehoren tot max. 2,5 cm met de rijst en de melk. Na het
koken omroeren. De resterende melk wordt snel opgezogen.
Yoghurt klaarmaken P 26
Verwarm de melk op de kookplaat tot 90 °C. Vervolgens tot
40 °C laten afkoelen. Houdbare melk hoeft niet te worden
verwarmd.
Û
Roer per 100 ml melk één tot twee theelepels yoghurt of een
gelijke hoeveelheid yoghurtferment door de melk. Doe het
mengsel in schone potten en sluit deze af.
Na de bereiding de potten in de koelkast laten afkoelen.
Brood bakken P 27 P 28
De programma's zijn bestemd voor brood op de plaat zonder
bakvorm. Het deeg mag niet te zacht zijn. Snijd het brooddeeg
voor het bakken meerdere keren met een puntig mes ca. 1 cm
diep in.
Broodjes bakken P 29
De broodjes moeten allemaal even zwaar zijn. Geef het gewicht
van één broodje op.
Ontdooien P 35 P 37
Vries de levensmiddelen zo plat mogelijk en per portie in bij -
18 °C. Niet te grote hoeveelheden invriezen. Ontdooide
gerechten zijn niet meer zo lang houdbaar en bederven sneller
dan verse gerechten.
De gerechten in de diepvriesverpakking op een bord of in de
bak met gaatjes ontdooien. Hieronder altijd de bakplaat
plaatsen. Zo blijven de levensmiddelen niet in het ontdooiwater
liggen en blijft de binnenruimte schoon.
Alle ontdooiprogramma's hebben betrekking op rauwe
levensmiddelen.
Indien nodig de gerechten tussendoor uit elkaar halen of al
ontdooide stukken uit het apparaat nemen.
Levensmiddelen na het ontdooien met het oog op een
gelijkmatige temperatuurverdeling nog 5 - 15 minuten laten
staan.
:
Gezondheidsrisico!
Bij het ontdooien van dierlijke producten dient het ontdooivocht
beslist te worden verwijderd. Dit mag niet met andere
levensmiddelen in contact komen. Anders kunnen kiemen
worden overgebracht. Na het ontdooien de stoombakoven
15 minuten laten lopen met hetelucht bij 180 °C.
Visfilet ontdooien (P 35): leg de visfilets nooit op elkaar.
Heel gevogelte ontdooien (P 36): verwijder voor het ontdooien
de verpakking. Laat het gevogelte na het ontdooien nog rusten.
Bij groot gevogelte (bijv. kalkoen) kunt u na ca. 30 minuten de
ingewanden verwijderen.
Flesjes ontsmetten P 38
De flesjes altijd direct na het drinken schoonmaken met een
flessenborstel. Vervolgens in de afwasmachine reinigen.
Zet de flesjes zó in de bak met gaatjes dat ze elkaar niet raken.
11