Menu Instellingen
AGC
Regelt de helderheid op een sluitersnelheid van maximaal 1/50.
AUTOM
Verlaagt de sluitersnelheid (tot 1/25), en regelt de helderheid.
OPMERKING :
Hoewel "AUTOM" de scène helderder maakt dan "AGC", kunnen de bewegingen van het onderwerp onnatuurlijk worden.
0
"OPHELDEREN" kan ingesteld worden met de GEBRUIKER-knop.
0
"U: Slaat de instelwaarden op van frequent gebruikte functies (Gebruikersinstellingen)" (A pag. 36)
WINDFILTER
Onderdrukt windruis.
Instelling
UIT
AAN
Raster
Geeft rasterlijnen weer om de overhelling en samenstelling van het onderwerp te identificeren.
Instelling
UIT
AAN
SMILE-OPNAME (alleen P)
Legt automatisch een stilstaand beeld vast na de detectie van een smile.
Instelling
UIT
Detecteert geen glimlachen.
AAN
Legt automatisch een stilstaand beeld vast na de detectie van een smile.
OPMERKING :
De camera kan maximaal 16 gezichten detecteren. De smile-niveaus worden weergegeven voor maximaal 3 van de grootste gezichten die worden
0
weergegeven op het scherm.
Deze functie werkt mogelijk niet goed, afhankelijk van de opnamecondities (afstand, helderheid enz.) en het onderwerp (richting van gezicht, smile-niveau
0
enz.). Het is ook moeilijk om een smile te detecteren in tegenlicht.
Nadat een smile is gedetecteerd en vastgelegd, duurt het even voor de volgende opname kan worden gemaakt.
0
"SMILE-OPNAME" werkt niet in de volgende gevallen:
0
- wanneer het menu wordt weergegeven
- wanneer de resterende opnametijd wordt weergegeven
- wanneer een willekeurige functie in "SPECIALE OPNAME" is ingesteld
SMILE% (alleen P)
Geeft in percentage het smile-niveau weer van mensen.
Instelling
UIT
Geeft alleen de frames weer wanneer er gezichten worden gedetecteerd.
AAN
Geeft de frames en de smile-niveaus (%) weer wanneer er gezichten worden gedetecteerd.
OPMERKING :
De camera kan maximaal 16 gezichten detecteren. De smile-niveaus worden weergegeven voor maximaal 3 van de grootste gezichten die worden
0
weergegeven op het scherm.
Sommige gezichten worden mogelijk niet gedetecteerd, afhankelijk van de opnameomgeving.
0
VIDEO-OPN.FORMAAT
Stelt het opnameformaat in op "AVCHD" of "MP4/MOV".
Instelling
AVCHD
Selecteert de videokwaliteit van XP of EP.
174
Deactiveert de functie.
Schakelt de functie in.
Geeft geen rasters weer.
Geeft rasters weer.
Nadere bijzonderheden
Nadere bijzonderheden
Nadere bijzonderheden
Nadere bijzonderheden
Nadere bijzonderheden