Inhoudsopgave
Advertenties
4.8
Montage en stand-by status controleren
4.8.1
Montage controleren
Controlepunt
Apparaat in correcte staat zonder beschadigingen?
Opstelplaats van het apparaat voldoende verlicht?
Omgeving van het apparaat vrij van objecten en verontreinigingen?
Platen met scherpen kanten ontbraamd of beveiligd?
Minimum afstand tot andere elektronische apparaten aangehouden?
Tankeenheid effen en stevig opgesteld?
Afzuigleiding, afvoerluchtleiding en afvalwaterleiding correct aangesloten?
Doorsnede van de leidingen voldoende gedimensioneerd?
Geen vernauwingen of stroming belemmerende nauwe delen in de leidingen?
Voldoende verval in de afzuigleiding en de afvalwaterleiding?
Buizen, slangen en kabels geborgd en met wandklemmen en kabelbinders bevestigd?
Slangklemmen terug aangetrokken?
Kabels niet beschadigd, gebogen of gekneld?
Afvoerluchtleiding naar buiten gevoerd of op afvoerlucht-biofilter aangesloten?
Nevenluchtventiel aangesloten?
Apparaat vrij toegankelijk en niet door objecten geblokkeerd?
Stuur- en bedieningselementen en teksten permanent leesbaar en makkelijk herkenbaar?
Hoofdschakelaar van de stuureenheid duidelijk zichtbaar en vrij toegankelijk?
Stuurkabel en elektrische aansluiting van de zuigmotor correct geïnstalleerd?
Alleen bij bedrijfsmodus "AUTO": Stoelcontactleiding correct geïnstalleerd?
Alle gereedschappen, materialen en andere uitrusting uit de werkzone verwijderd?
VOORZICHTIG!
Verwondingsgevaar door objecten en verontreinigingen in de omgeving van het
apparaat!
Objecten of vervuilingen in de toegangszone van het apparaat (bijvoorbeeld olie kunnen tot
vallen en andere verwondingen leiden.
f
Houd de omgeving van het apparaat zuiver.
f
Plaats de objecten niet waar ze de toegang tot het apparaat blokkeren.
4.8.2
Vacuümslangen controleren
f
Controleer de vaste zit van de vacuümslangen tussen het drie-weg-magneetventiel, de onderste
terugslagklep, de buffertank en de
De vacuümslangen zijn voorgemonteerd en kunnen tijdens het transport en de montage van de
tankeenheid loskomen.
4.8.3
Functie van de stuureenheid controleren
f
Plaats de hoofdschakelaar van de stuureenheid op "I".
f
Plaats de keuzeschakelaar van de stuureenheid op "MAN".
De zuigmotor loopt.
f
Plaats de keuzeschakelaar van de stuureenheid op "0".
De zuigmotor stopt onmiddellijk.
1.1.179.0001
condensaatafscheider.
M8
Montage
OK
63
Advertenties
Inhoudsopgave
