Montage
OPMERKING
Schade aan het toestel door verkeerde aansluiting van de slangen aan de zuigmotor!
De verwisseling van zuigbuis en drukbuis aan de zuigmotor kan het apparaat beschadigen.
f
Zie de pijlen op de geluidsdemper voor de zuigbuis en de drukbuis van de zuigmotor. De pijlen
geven de stromingsrichting aan.
OPMERKING
Schade aan het apparaat door defecte slangleidingen!
Niet bevestigde slangen trillen tijdens het bedrijf. Daardoor kunnen de slangleidingen scheuren,
loskomen en ondicht worden. Door het ontbrekende zuigvermogen is schade aan het apparaat
mogelijk.
f
Fixeer de spiraalslang tussen tankeenheid en zuigmotor.
f
Bevestig de alu-flexbuis tussen zuigmotor en afvoerluchtleiding met wandklemmen.
Afb. 59 Zuigslang aan
buisbocht monteren
Afb. 60 Buisbocht op zuigbuis
aansluiten
f
Bevestig de spiraalslang met kabelbinders aan de tankeenheid.
f
Verzekeren dat zich in de buurt van het nevenluchtventiel geen losse delen bevinden die tijdens het
bedrijf aangezogen het ventiel verstoppen.
56
f
Steek een slangklem (Ø 40-60 mm) op het uiteinde van de
slang van de condensaatafscheider.
f
Sluit de slang op een 90°-bocht aan.
f
Trek de slangklem stevig aan.
f
Trek de slangklem na 15 minuten terug aan.
f
Steek de 90°-bocht op de zuigbuis van de zuigmotor.
M8
1.1.179.0001