Testen van de
storingsweerstand
Spanningsdalingen,
kortstondige
onder brekingen en
schom melingen
va de ver zorgings-
spanning
EN 61000-4-11
Magneetveld bij
de verzorgings-
frequentie
(50/60 Hz)
overeenkomstig
EN 61000-4-8
Leidings gevoerde
storings grootten,
veroorzaakt door
velden met hoge
frequentie
EN 61000-4-6
Storings-
weerstand tegen
elektromagnetische
velden met hoge
frequenties
EN 61000-4-3
Storings weerstand
tegen nabijgelegen
velden van
draadloze
communicatie-
apparaten
1
U
is de netwisselspanning vóór het gebruik van de controleniveaus.
T
f
Verzeker dat het apparaat in een de vereisten vervullende elektromagnetische omgeving wordt
bedreven.
1.1.179.0001
Elektromagnetische verdraagzaamheid
IEC 60601-
Over eenstem-
Controleniveau
mings niveau
0 % U
voor 0,5 en
0 % U
T
1 periode
1
1 periode
70 % U
voor 25/30
70 % U
T
periodes
periodes
1
0 % U
voor
0 % U
T
250/300 periodes
250/300 periodes
1
30 A/m
30 A/m
3 V
3 V
6 V in ISM banden
6 V in ISM banden
150 kHz tot 80
MHz
3 V/m
3 V/m
80 MHz tot 2,7
GHz
¨
10.2.2 Storingsweerstand
tegen nabijgelegen velden van
draadloze communicatieapparaten
(pagina 104).
Elektromagnetische omgeving –
richtlijnen
voor 0,5 en
De kwaliteit van de verzorgingss-
T
1
spanning moet overeenkomen met
die van een typische winkel- of
voor 25/30
T
ziekenhuisomgeving.
1
Wanneer de gebruiker van het appa-
voor
T
raat de permanente werking ook bij
1
onderbrekingen van de energiever-
zorging eist, dan wordt aangeraden
het apparaat vanuit een onderbre-
kingsvrije stroomverzorging of een
batterij te voeden.
Magneetvelden bij de netfrequentie
Moeten overeenkomen met de
typische waarden, zoals ze in winkels
en ziekenhuizen te vinden zijn.
De door de elektromagnetische
locatiemeting geregistreerde veld-
sterkten van stationaire radiozenders
moeten in elk frequentiebereik onder
het conformiteitsniveau liggen.
Storingen kunnen in de buurt van
apparaten optreden die met het vol-
gende symbool gekenmerkt zijn:
Waarschuwing voor
niet ioniserende
elektromagnetische straling
overeenkomstig
ISO 7010 (W 005).
Indien de op de bedrijfslocatie van
het apparaat gemeten veldsterkte
boven het boven genoemde confor-
miteitsniveau ligt, moet het apparaat
op perfecte werking gecontroleerd
en geobserveerd worden.
Wanneer een ongewone werk-
ingswijze vastgesteld wordt, zijn
eventueel bijkomende maatregelen
nodig, bijvoorbeeld een nieuwe
uitlijning of een omzetting van het
apparaat.
Afstand: minstens 0,3 m
M8
103