Hoofdstuk 9 Problemen oplossen
Fout-/waarschuwingsbericht
Analyseresultaten zijn instabiel
E-stop/ Herinitialiseer de dispenser!
Fout pH-/mV-sensor
Titratiefout
Resultaatalarm
Raadpleeg de onderstaande tabel voor een mogelijke oorzaak en oplossing bij
waarschuwingen of klachten.
Mogelijke oorzaak
Micropomp is defect
Peristaltische pomp is defect
Ventiel is defect
Roerder is defect
Dispenser is defect
De positie van slangen in het analysevat
is niet correct
De reagentia zijn verlopen.
Wanneer op Noodstop wordt gedrukt,
stopt de dispenser en moet deze
opnieuw worden gestart.
De pH- of mV-elektrode is defect of niet
aangesloten.
De titratie heeft geen EP (eindpunt)
gemeten of de maximale hoeveelheid
titratieoplossing is toegevoegd zonder
een eindpunt-pH of -mV te krijgen.
Het gemeten resultaat is te hoog of
lager dan de ingestelde waarden in de
resultaten (F5 > Software > Results
(Resultaten) > Alarm).
Oplossing
Controleer of de reagentia correct
worden gedoseerd en er geen lucht in
de leidingen zit.
Controleer of de afvoer- en
monsterpomp correct werken.
Controleer of de ventielen (monster,
REF1, REF2, spoelen) correct werken.
Controleer of er een magnetische
roerstaaf in het analysevat is en of de
oplossing tijdens de analyse wordt
geroerd.
Zorg ervoor dat de zuiger van de
dispenser gevuld is met vloeistof en dat
er geen lucht in de leidingen zit.
Controleer de positie van de slangen in
het analysevat. Zorg ervoor dat de
afvoerslang aan de achterkant van het
analysevat zit en in de ringetjes zit.
Andere slangen zich moeten boven het
vloeistofniveau bevinden.
Bereid een nieuwe set reagentia
wanneer de reagensflessen leeg zijn.
Spoel/vul alle leidingen voordat een
meting wordt gestart.
Onderzoek de dispenser. Druk op F2 >
Dispenser om de dispenser weer te
starten.
Controleer of de elektrode goed is
aangesloten. Controleer het
elektrolytniveau in de elektrode, vul
indien nodig bij.
•
Controleer of de monsteroplossing
in het vat terechtkomt.
•
Controleer of de dispenser is
gevuld.
•
Zorg ervoor dat het detecterende
gedeelte van de elektrode zich
volledig in het monster bevindt.
•
Zorg ervoor dat de elektrode gevuld
is met elektrolytoplossing.
•
Controleer het niveau van de
reagens- en titrantoplossingen. Vul
indien nodig bij.
•
Ga na of de vorige kalibratie correct
is gemeten (juiste helling?).
•
Controleer of de
monsterconcentratie juist is.
•
Ga na of het vat schoon is. Reinig
indien nodig.
49