Bediening
7.8 Instellingen voor de analyser
36
De modules voor de natte componenten, de digitale ingangen en uitgangen, analoge
ingangen en uitgangen, datum en tijd en nog meer instellingen voor de analyser worden
geconfigureerd in het menu Configuration (Configuratie, F5).
Wanneer de analyser in bedrijf is, is het niet mogelijk om de configuratie te wijzigen. Zorg
dat u de configuratie opslaat nadat u de wijzigingen hebt aangebracht.
1. Druk op F5 > Hardware.
2. Selecteer een optie.
Optie
Config DO (DU configureren) Hiermee stelt u de digitale uitgangen in.
Config DI (DI configureren)
Config AI (AI configureren)
3. Druk op F5 > Software.
4. Selecteer een optie.
Optie
Constants (Constanten) Hiermee stelt u de waarden van de constanten in de uitgevoerde
Algorithms
(Algoritmen)
Results (Resultaten)
Group DO (DU's
groeperen)
Alarmen
Times (Tijden)
CH interval (Kan.
interval)
CH DO (DU-kan.)
Frequencies
(Frequenties)
Reagentia
Methods and
sequences (Methoden
en sequenties )
5. Druk op F5 > Com (communicatie) .
6. Selecteer een optie.
Optie
Ethernet
Modbus configuration
(Modbus configureren)
Beschrijving
Hiermee stelt u de digitale ingangen in.
Hiermee stelt u de waarde van de donkerstroom van de
colorimeter in als deze voor de eerste keer wordt gebruikt
Beschrijving
berekeningen in (bijv. monstervolume, concentratie, titrant en
molecuulgewicht).
Hiermee wijzigt u de instellingen van de algoritmen die voor de
analyse worden gebruikt.
Hiermee opent u een overzicht van de resultaten van de analyse.
Hiermee wijzigt u de instellingen voor de resultaten.
Hiermee selecteert en groepeert u DU-acties (bijv. afvoer,
monster, spoeling of niveau).
Toont een lijst met de geprogrammeerde alarmen en hun status.
Hiermee schakelt u de alarmen in of uit.
Toont tabellen van verschillende bewerkingstijden.
Toont een overzicht van de kanaalintervals. Hiermee configureert
u maximaal 20 kanalenintervallen.
Toont een lijst met de geconfigureerde DU-kanalen. Hiermee
selecteert en schakelt u verschillende bewerkingen voor het
kanaal in.
Toont een lijst met de geconfigureerde frequenties.
Hiermee stelt u de reagens-teller in.
Toont meer instelmogelijkheden voor elke methode.
Beschrijving
Hiermee wijzigt u de instellingen voor communicatie via
Ethernet: IP, subnetmasker en standaardgateway.
Hiermee wijzigt u de ingestelde Modbus-configuratie: RS232 of
TCP/IP