Afbeelding 11 Venster Status-submenu's
Component
Beschrijving
DO (DU) (digitale
Hiermee zet u de digitale uitgang op AAN en op UIT om de werking te onderzoeken. Stel een tijd in (in
uitgang)
seconden) en druk op Start. De digitale uitgang wordt dan actief (AAN) gedurende het ingestelde
aantal seconden.
Gebruik de optie Pulse (Pulseren) voor micropompen. Voer een aantal pulsen in en druk op Pulse
(Pulseren).
Opmerking: Als een DO (DU) aan een programma is gekoppeld, kan het niet handmatig worden bediend zolang het
programma actief is.
AO (AU, analoge
Hiermee stelt u de waarde (mA) op de analoge uitgangen in, om de aansluiting te onderzoeken. Voer
uitgangen)
een waarde in tussen 4 en 20 en druk op de knop Accept (Accepteren). De AU-uitgang levert de
waarde in de vorm van een mA-signaal.
DI (digitale
Toont de digitale ingangen, hun waarde (WAAR/ONWAAR) en de programma's waaraan zij gekoppeld
ingangen)
zijn.
AI (analoge
Toont de analoge ingangen, hun actuele waarden, hun status (OK/Alarm), en de programma's waaraan
ingangen)
zij gekoppeld zijn. Druk op E om de geselecteerde analoge ingang te regelen.
De sensoren (AI) kunnen in het volgende venster worden gekalibreerd. Selecteer de sensor om een
kalibratie te starten. Indien van toepassing voert u de waarden van de pH-buffers in, die voor het ijken
van de pH-elektrode worden gebruikt.
6.3 De reagentia voorvullen
2. Navigeer met behulp van de pijltoetsen naar LINKS en RECHTS door de submenu's.
3. Blader omlaag om een component te selecteren. Druk op de toets E om het
configuratiescherm voor de geselecteerde component te openen.
4. Voer afhankelijk van het model analyser een test uit van de componenten in
onderstaande tabel.
Prime de reagentia tijdens het opstarten en bij vervanging van het reagens. De
voorvulprocedure spoelt de leidingen door van de micropomp voor reagens.
1. Druk op F1 > Method (Methode) > Priming (Voorvullen).
2. Wacht tot de voorvulprocedure is voltooid.
Opstarten
31