1
Het bedieningspaneel gebruikt u om het apparaat
te programmeren voor afzonderlijke opdrachten.
2
3
U gebruikt, zoals aangegeven in figuur 2, de
draaischijf Contrast (A) op de linkerhelft van het
aanraakscherm (B) om het aanraakscherm lichter
of donkerder te maken. Door de schijf met of
tegen de klok in te draaien maakt u het beeld-
scherm respectievelijk donkerder of lichter.
De toetsen op de rechterkant van het bedienings-
4
paneel (C) en de elektronische toetsen van het
aanraakscherm worden gebruikt om de instel-
lingen voor een opdracht in te voeren.
5
6
7
AAN DE SLAG MET DE DOCUCOLOR 12
Het bedieningspaneel
A
B
Figuur 2: Het bedieningspaneel
2–2
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
C