1
Het pictogram Kantlijnverschuiving op het
tabblad Extra toepassingen aanraken om het
scherm Kantlijnverschuiving (zie figuur 25) te
tonen.
2
Het pictogram Zijde 1 of Zijde 2 aanraken om het
scherm Kantlijnverschuiving voor de gewenste
kant te tonen.
3
Het pictogram Variabele verschuiving aanraken
om het detailscherm Variabele verschuiving (zie
figuur 26) te tonen.
4
Vervolgens een (of twee) van de volgende
stappen uitvoeren:
•
Onder het pictogram voor Links en rechts
staan twee pijltoetsen. De pijltoets naar
rechts kunt u gebruiken om de afbeelding
naar de rechterrand te verplaatsen. De
pijltoets naar links kunt u gebruiken om de
afbeelding naar de linkerrand te verplaatsen.
De betreffende pijltoets aanraken tot u de
gewenste mate van verschuiving heeft
ingesteld (van 0 tot 432 mm).
•
Onder het pictogram voor Omhoog en
omlaag staan twee pijltoetsen. De pijltoets
naar boven kunt u gebruiken om de
afbeelding naar de bovenrand te verplaatsen.
De pijltoets naar beneden kunt u gebruiken
om de afbeelding naar de benedenrand te
verplaatsen. De betreffende pijltoets aanraken
tot u de gewenste mate van verschuiving
heeft ingesteld (van 0 tot 432 mm).
De waarden in het kader worden afhankelijk van
uw selectie groter of kleiner en het pictogram
geeft de richting van de verschuiving aan.
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Figuur 25: Scherm Kantlijnverschuiving
Figuur 26: Scherm Kantlijnverschuiving met
de optie Variabele verschuiving geselecteerd
5–23
1
2
3
4
5
6
7
EXTRA TOEPASSINGEN