1
De toepassing Variabele kleurbalans (figuur 38)
wordt gebruikt om de balans te regelen tussen de
kleuren en de hoeveelheid kleur op de kopieën.
Met de instellingen onder Variabele kleurbalans
kunt u alles op het gebied van kleuren sturen. U
kunt voor de afdrukken de niveaus voor alle vier
tonerkleuren aanpassen (Geel, Magenta, Cyaan
2
en Zwart) voor gebieden met een hoge, gemid-
delde of lage densiteit op het origineel. Er zijn drie
hogere en drie lagere instellingen en de normale
(gemiddeld) instelling beschikbaar voor alle dicht-
heidsniveau's van elke kleur. De afzonderlijke
dichtheidsniveau's en de afzonderlijke kleuren
kunnen onafhankelijk van elkaar worden ingesteld
en u kunt elke gewenste combinatie van instel-
3
lingen gebruiken.
In figuur 39, figuur 40 en figuur 41 worden drie
verschillende instellingen voor Variabele kleur-
balans met Magenta getoond.
Belangrijk:
beïnvloedt dat ook de andere kleuren.
4
5
6
7
BEELDKWALITEIT
Variabele kleurbalans
Als een tonerkleur wordt aangepast,
Figuur 38: Toepassing Variabele kleurbalans
Figuur 40: Maximum magenta
Figuur 41: Minimum magenta
6–24
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE GEBRUIKER
Figuur 39: Normaal