Plaatsing van de bedieningsorganen
1 Snelheidsregeling voor het vooruit rijden
2 Snelheidsregeling voor het achteruit rijden
3 Hefstang voor het maaielement
4 Hendel voor instelling van maaihoogte
5 Ontstekingsslot
6 Gashendel/chokehendel
7 Urenteller
8 Motorkapslot
WAT IS WAT?
1 2
3
11
9
10
4
5
6
7
12
13
9 Handrem
10 Vergrendelknop voor handrem
11 Instelling van zitting.
12 Hendel voor uitschakelen aandrijving van vooras, Rider
320 AWD
13 Deksel brandstoftank
14 Accu
15 Hendel voor ontkoppeling van de aandrijving, Rider 318.
Hendel voor uitschakelen aandrijving van achteras, 320
AWD.
8
15
14
Dutch
– 7