Presentatie
Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend
kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben. Deze
gebruiksaanwijzing beschrijft Rider 318 en Rider 320 AWD.
De Rider 320 AWD is voorzien van vierwielaandrijving.
De krachtoverbrenging vanaf de motor wordt gerealiseerd via
een hydrostatische transmissie, die een variabele
snelheidsregeling met behulp van de pedalen mogelijk
maakt.
Er is een pedaal voor het vooruit en een pedaal voor het
achteruit rijden.
Gashendel/chokehendel
De gasbediening regelt het toerental van de motor en
daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen.
De hendel wordt ook gebruikt om de chokefunctie te
activeren. Bij het inschakelen van de chokefunctie krijgt de
motor een rijker mengsel brandstof en lucht, wat makkelijk is
bij koude starts.
Snelheidsregeling
De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met
twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt
en bij achteruit rijden pedaal (2).
1
2
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat takken
!
niet bij de pedalen kunnen bij het maaien
onder struiken. Gevaar van ongewenste
beweging.
Handrem
De handrem wordt op de volgende wijze aangezet:
2
1
1 Druk het parkeerrempedaal (1) in.
2 Druk de vergrendelknop (2) op de stuurkolom in.
3 Laat het parkeerrempedaal opkomen terwijl u de knop
ingedrukt houdt.
De blokkering van de handrem wordt automatisch
uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt.
12 –
Dutch
PRESENTATIE
Maaielement
Rider 318 en Rider 320 AWD kunnen worden uitgerust met
drie verschillende maaieenheden.
•
Combi 94
•
Combi 103
•
Combi 112
Het combi-element verdeelt het maaisel tot meststoffen,
wanneer de BioClip-plug is gemonteerd. Zonder BioClip-plug
werkt het element op dezelfde manier als een
achteruitworpelement.
Hefstang voor het maaielement
De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of
maaistand te zetten.
Wanneer de stang naar achteren wordt getrokken zal het
element omhoog gaan en stoppen de messen automatisch
met draaien (transportstand).
Wanneer de vergrendelknop wordt ingedrukt en de stang
wordt naar voren gebracht zal het maaielement zakken en
beginnen de messen automatisch te draaien (maaistand).
De hendel kan ook worden gebruikt voor het tijdelijk regelen
van de maaihoogte bij bijv. een kleine verhoging in de
grasmat.
Hendel voor instelling van
maaihoogte
Met de hendel kan de maaihoogte worden geregeld in 10
verschillende standen.
Combi-element 40-90 mm (1 9/16" - 3 9/16")