16.6
Bougie
controleren/vervangen/reinigen
GEVAAR!
Verbrandingsgevaar!
Motor en onderdelen (bijv. uitlaatdemper of
koelribben) warmen sterk op tijdens gebruik.
Houd rekening met koeltijden.
–
draag hittebestendige beschermende
handschoenen.
bougie te controleren, schoon te
Om de
maken en/of
te vervangen:
1.
Verwijder de bougieconnector uit de bougie en
vuil in het bougiegebied
verwijder
2.
Schroef de bougie los met de bougiesleutel en
controleer op conditie. In geval van schade zoals
bijv.
isolatorscheuren
splinters,ontstekingsbuizen vervangen.
3.
Bougie-elektroden
draadborstel.
de elektrodeafstand
4.
Controleer
en
pas deze indien nodig
5.
Schroef de bougie handmatig in en schroef hem
een bougiesleutel.
vast met
6.
Bevestig de bougieplug aan de bougie.
Interval: in geval van defect of slijtage
BELANGRIJKE OPMERKING!
Een losse bougie kan oververhit raken en de motor
beschadigen. Het te hard aandraaien van de bougie
kan de schroefdraad in de cilinderkop beschadigen.
Benchmark:
Gebruikte bougie: 1/8 ‐ 1/4 omwenteling
Nieuwe bougie: 1/2 omwenteling
16.7
Controleer wielen en
bandenspanning
Wielen (loopvlak en bandenconditie) en
bandenspanning:
–
Controleer de schroefverbinding op de
wielassen voor een juiste pasvorm.
–
Let op snijwonden en vreemde voorwerpen in
he
loopvlak van de banden.
–
Controleer de bandenspanning, max. 2,5 bar
Interval: wekelijks
of
met
een
reinigen
(0,7‐0,8 mm)
aan.
16.8
De machine reinigen
Controleer het apparaat na gebruik op verontreiniging
. Vuilophopingen (grond, gras, stof, aanhechtend
bladgroen, enz.) op de machine moeten worden
verwijderd.
Interval: na gebruik
In geval van vuil:
1.
Schakel het apparaat uit en beveilig het tegen
opnieuw aansluiten (koppel de contactstekker
los).
2.
Verwijder vuil op de juiste manier. Let:
–
gebruik geen hogedrukreiniger
–
Gebruik
reinigingsmiddelen
–
Absorbeer oliescheidingen met bindmiddel
–
Verwijder
verwerkingsresten
milieuvriendelijke
overeenstemming
toepasselijke
lokale regelgeving
–
De
borstel
freeskop/boor
Controleer na de schoonmaakwerkzaamheden of alle
eerder
geopende
veiligheidsvoorzieningen weer goed zijn gesloten en
functioneel zijn.
AANDACHT!
Na het reinigen en als de machine
,
stilstaat
moeten alle bewegende delen
ingevet of geolied.
BELANGRIJKE OPMERKING!
tijdens het reinigen
Laat
of op de motor komen. Het kan
binnendringen en spindels, katrollen, lagers en de
motor beschadigen. Laat de machine na het reinigen
kort
draaien
om
al
te duwen
binnengedrongen eruit
geen
agressieve
en
reinigingsdoekjes
op
een
manier
in
met
de
voor
de
gebruiken
afdekkingen
en
lange tijd
worden
op de
geen water
lagers
sleuven
smalle
het
water
dat
is
.
29