afb. 11
1
Voor het instellen van de gasregelaars zie de
tabel op bladzijde 10.
1
Afstand in mm
afb. 12
4
5
6
afb. 13
De brander mag niet uitgaan of terugslaan,
als snel wordt overgeschakeld van grote naar
kleine vlam!
16
2
7
Het vervangen van de kleine-vlam-regelaars
(afbeelding 11)
De regelaars van de kleine vlam voor de binnen-
(2) en de buitenbrander (1) bevinden zich in de
gaskraan. Ze moeten overeenkomstig de nieuwe
gassoort en de tabel „Regelaars kleine vlam"
worden vervangen. De regelaars moeten er tot aan
de aanslag worden ingeschroefd. Controleer
daarna op gasdichtheid.
Is bij een afwijkende gassoort of -druk een andere
instelling van de regelaars van de kleine vlam (1)
en (2) nodig, dan kan de toevoer worden vergroot
door de regelaar naar links te draaien
Het vervangen van de hoofdregelaars
Buitenbrander (afbeelding 12)
Vervang de hoofdregelaar (3) (standaardmaat 10)
voor de grote vlam overeenkomstig de nieuwe
gassoort en de gegevens uit de tabel
2
„Hoofdregelaars". Schroef daarvoor eerst schroef
(2) iets losser en schuif luchtregelaar (1) opzij.
Daarna met schroef (2) vastzetten. Controleer de
3
nieuwe hoofdregelaar op gasdichtheid. Vergeet
niet de oude sticker bij het gasaansluitpunt te
vervangen door de sticker die bij de regelaar
hoort.
Stel de luchtspleet in overeenkomstig de tabel
„Luchtspleet-instelling voor buitenbranders".
Binnenbrander (afbeelding 13)
Haal de toevoerleiding los door moer (4)
(standaardmaat 8) los te draaien. Draai
injectorschroef (5) (standaardmaat 12) eruit en haal
met een kleine schroevendraaier de regelaar (6)
uit de injector (7) (zie afbeelding 13). Plaats de
nieuwe regelaar overeenkomstig de nieuwe
gassoort
(zie de desbetreffende tabel). Steek daartoe de
regelaar (6) voor op de injectorschroef (5) en
schroef beide samen in de injector. Plaats de
toevoerleiding en schroef deze weer vast.
Controleer de verbinding op gasdichtheid. Stel de
luchtopening in overeenkomstig de tabel „Instelling
luchtopening voor binnenbranders".