Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omschakeling Dag; Nacht; Bout Terugkoppeling Vergrendelen; Mode-Omschakeling - gotthard smartdoor TURN T100 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

smartdoor TURN T100 | Gebruiksaanwijzing
Voorwaarde voor het openen van de deur:
• (Ingang op GND) & (dag/nacht omschakeling = dag) & (Vertragingstijd verstreken)
5.5.6 Omschakeling dag/nacht
Deze functie kan worden toegewezen aan alle bekabelde ingangen.
Deze functie schakelt tussen dag- en nachtmodus. Dit kan worden gerealiseerd met behulp van
een sleutelschakelaar, draaischakelaar, timer of een ander potentiaalvrij contact.
Aanbevolen wordt ook de dag/nacht-omschakeling te gebruiken voor de dagstand van een
motorslot. De bijbehorende elektrische schema's zijn beschikbaar.
Voorbeeld, dagstand:
• Een radar of drukknop, die gewoonlijk aan de buitenzijde van de deur is gemonteerd en
verbonden is met een ingang met de functie "Openingsimpuls (dag)", wordt in de dagstand
ingeschakeld.
Voorbeeld, nachtstand:
• Een radar of drukknop, die gewoonlijk aan de buitenzijde van de deur is gemonteerd en is
verbonden met een ingang met de functie "Openingsimpuls (dag)", is in de nachtstand
uitgeschakeld.

5.5.7 Bout terugkoppeling vergrendelen

Deze functie kan worden toegewezen aan alle bekabelde ingangen.
Deze functie onderbreekt een ingegane vertragingstijd en maakt een reeds bestaand
openingscommando mogelijk.
Als op deze ingang een continu signaal wordt toegepast, is dit commando permanent
ingeschakeld.
Voorwaarde voor het openen van de deur:
• (Ingang op GND) & (bestaand openingscommando)

5.5.8 MODE-omschakeling

Deze functie kan aan alle ingangen worden toegewezen.
Met deze functie wordt de bedrijfsmodus effectief omgeschakeld.
Een gedetailleerde beschrijving van de bedrijfsmodus is te vinden in hoofdstuk 6 Bedrijfsmodus.

5.6 Functie sluitvolgorderegeling

De sluitvolgorderegeling wordt gebruikt bij een deur met twee deurvleugels die ieder met één
deuraandrijving zijn uitgerust. Beide deurvleugels kunnen gecontroleerd ten opzichte van elkaar
worden geopend en gesloten.
De deurposities kunnen daarvoor worden vastgelegd waarbij een onderlinge vergrendeling wordt
geactiveerd of opgeheven.
De aandrijving op de loopvleugel werkt als master en is verantwoordelijk voor de ontgrendeling
door het slot, kan alle beschikbare openingssignalen ontvangen en ondersteunt de courante
aanwezigheidssensoren.
De aandrijving op de standvleugel werkt als slave, kan alle beschikbare openingssignalen
ontvangen, geeft ze aan de master door en ondersteunt de courante aanwezigheidssensoren.

5.7 Functie sluisdeuren

Twee op elkaar volgende sluisdeuren met ieder één deuraandrijving kunnen met elkaar worden
verbonden en onderling worden vergrendeld om te verzekeren dat er altijd maar één deur van
de sluis open is.
Bij beide deuren wordt de vergrendeling tijdens de volledige openingscyclus geactiveerd en pas
bij gesloten stand weer vrijgegeven
50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave