smartdoor TURN T100 | Gebruiksaanwijzing
4.5 Inbedrijfsname bedieningselementen
Er kunnen nu extra bedieningselementen aan de aandrijving worden toegewezen. De
smartdoor TURN kan met de volgende elementen worden bediend:
• smartdeur-handzen. die de smartdoor TURN kan openen en de bedieningsmodus kan
omschakelen
• In de handel verkrijgbare drukknop of sleutelschakelaar, die de smartdoor TURN met de
smartdoor-zendermodule opent of de bedieningsmodus kan omschakelen
• smartdoor APP, die de smartdoor TURN kan openen, de bedrijfsmodus kan omschakelen en
parameters kan instellen
• In de handel verkrijgbare drukknop of sleutelschakelaar, die de smartdoor TURN via de kabel
kan openen
• In de handel verkrijgbare activeringssensoren (radar, IR, enz.), die de smartdoor TURN met
behulp van een kabel kunnen openen.
Met de Service Tool kan de functie worden gedefinieerd die bedoeld is om een
bedieningselement te bedienen. Hiervoor zijn verschillende standaardfuncties beschikbaar.
Indien u geïnteresseerd bent in speciale functies of klantspecifieke functies, neem dan gerust
contact met ons op.
4.5.1 Bluetooth-bedieningselementen
Bluetooth-bedieningselementen zijn via Bluetooth met de aandrijving verbonden en kunnen met
de smartdoor Service Tool worden geconfigureerd. De beschikbare functies staan vermeld Tabel
14: Toekenning van functies aan ingangen en uitgangen .
4.5.1.1 Toevoeging van Bluetooth-bedieningselementen
Om een Bluetooth-bedieningselement aan de deuraandrijving toe te voegen, moet de
communicatiemodule in de koppelingsmodus worden gezet. Druk hiervoor kort op de drukknop
BLUETOOTH op de communicatiemodule. Ter bevestiging begint de LED blauw te knipperen.
Figuur 16: BLUETOOTH knop
De communicatiemodule blijft gedurende ca. 15 seconden in de scanmodus en zoekt naar
Bluetooth-apparaten. Het eerste Smartdoor Bluetooth-bedieningselement, dat binnen deze
periode een schakelopdracht zendt, wordt als nieuw bedieningselement aan de aandrijving
toegevoegd.
Als er met succes een nieuw besturingselement aan de aandrijving wordt toegevoegd en in de
zogenaamde <<White-List>> wordt opgenomen, wordt dit met een pieptoon bevestigd en
schakelt de aandrijving over naar de laatst geselecteerde bedrijfsmodus en is deze weer klaar
voor gebruik.
OPMERKING
Het bedieningselement is NIET geactiveerd na toevoeging.
Het Service Tool wordt gebruikt voor activering en voor toewijzing van een functie.
28