3.2.1.4. mV-SPANNING
1. Zet de voeding van het toestel aan.
2. Raak de toets 11 eenmaal aan om het bereik DCmV te kiezen. Raak de toets twee keer aan om het bereik
ACmV te kiezen. Raak de toets drie keer aan om de modus 'frequentiemeting' te kiezen.
3. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM- en de V-aansluiting.
4. Sluit de meetsnoeren aan op het gemeten circuit.
LET OP:
Het scherm kan instabiel zijn, met name bij bereik 600mV, zelfs indien de meetsnoeren nog niet zijn aan-
gesloten aan de ingangsaansluitingen.
Om de nauwkeurigheid tijdens het meten van de DC-component van de AC-spanning te verhogen, meet
eerst de AC-spanning. Noteer het bereik van de AC-spanning en kies daarna handmatig het bereik voor
de DC-spanning.
3.2.2. Weerstandsmetingen
Om elektrocutie en/of schade aan het toestel te voorkomen, schakel de voeding van het circuit
uit en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren alvorens de weerstandsmeting uit te voeren.
De bereiken voor de weerstandsmeting zijn 600.0Ω, 6.000kΩ, 60.00kΩ, 600.0kΩ, 6.000MΩ en 60.00MΩ.
Om de weerstand te meten (installeer de meter zoals getoond op afbeelding 3-2):
1. Raak de toets Ω
keer aan om de modus 'capaciteitsmeting' in te schakelen.
2. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM en de VΩ-aansluiting.
4. Sluit de meetsnoeren aan op het gemeten circuit en lees het meetresultaat van het scherm af.
Richtlijnen aangaande weerstandsmetingen:
• De gemeten waarde van de weerstand die zich in het circuit bevindt, is vaak verschillend van de
nominale waarde van de gegeven weerstand. Dit gebeurt omdat de meetstroom van de meter door alle
toegankelijke netwerken tussen de meetpunten stroomt.
• Om de hoogst mogelijke nauwkeurigheid te garanderen tijdens het meten van niet al te grote
weerstanden, kortsluit de meetsnoeren vóór het meten en onthoud het meetresultaat van de
weerstand van de meetsnoeren. Vervolgens moet de onthouden waarde van de weerstand van de
meetsnoeren van het meetresultaat af worden getrokken.
• De functie voor de weerstandsmeting kan een spanning genereren met voldoende waarde om een
silicoondiode of een transistorconnector te voeden, waardoor deze gaan geleiden. Om dit te voorkomen,
mag het bereik 60MΩ niet gebruikt worden voor het meten van weerstanden die zich in een circuit
bevinden.
• Bij bereik 60MΩ kan het enkele seconden duren alvorens het meetresultaat gestabiliseerd is. Dit is
een normaal verschijnsel bij het meten van grote weerstanden.
• Wanneer het ingangssignaal niet is aangesloten, b.v. bij ontkoppelde meetsnoeren, is op het scherm
het symbool 'OL' te zien, wat duidt op een overschreden bereik.
12 eenmaal aan om de modus 'weerstandsmeting' in te schakelen. Raak deze twee