3.1.5. Geheugenmodus
Dankzij deze functie slaat de meter de gegevens op die u nodig hebt. Het is mogelijk maximaal 10 registra-
ties op te slaan.
Om de geheugenmodus in- en uit- te schakelen:
1. Raak de SHIFT-toets aan, op het scherm verschijnt het symbool
2. Raak de RANGE-toets aan.
3. Raak toets 5 aan om de eerste registratie op te slaan. Raak deze nogmaals aan om de volgende registratie
op te slaan. Er kunnen maximaal 10 registraties opgeslagen worden.
4. Raak de RANGE-toets aan om deze functie uit te schakelen.
3.1.6. Overlopen van de gegevens
1. Raak de SHIFT-toets aan, op het scherm verschijnt het symbool
2. Raak toets 3 aan om deze modus in te schakelen.
3. Raak toets 5 of 7 aan om de gegevens te kiezen die u nodig hebt.
4. Raak de toets REL aan om deze modus uit te schakelen.
3.1.7. Verwijderen van gegevens
1. Raak de SHIFT-toets aan totdat het symbool
2. Raak toets 7 aan, op het scherm verschijnt het symbool 'clr'.
3. Raak de toets REL aan, op het scherm verschijnt het symbool 'yes' gedurende 2 seconden. Na beëindiging
van deze operatie zullen de gegevens verwijderd worden.
3.1.8. Modus 'datatransmissie'
1. Raak de SHIFT-toets aan, op het scherm verschijnt het symbool
2. Raak toets 5 aan, op het scherm verschijnt het symbool 'LINK'.
3. Raak toets 5 nogmaals aan om het scherm te verlaten.
* Enkel toegankelijk in model D.
3.1.9. RMS-metingen
Alle met behulp van de RMS-meter gemeten waarden van AC-spanning en AC-stroom zijn echte effectieve
waarden. Het frequentiebereik bedraagt 10~400Hz.
3.1.10. Automatische verlichting
Bij zwakke verlichting, schakelt de meter automatisch de verlichting aan. U kunt toets 7 indrukken om de
verlichting uit te schakelen. U kunt ook de modus 'instellingen' (SET) inschakelen om de juiste grens voor
de automatische activering van de verlichting in te stellen.
.
.
oplicht.
.