Inhoudsopgave
Advertenties
3.1.17. Metingen 4-20mA%, 0-24mA%, 0-20mA%
Na het kiezen van de functie DC uA/mA, kunt u een van de bereiken 4-20mA% of 0-24mA% of 0-20mA% kie-
zen. Procentuele stroomwaarde Deze functie wordt altijd gebruikt in het geval van automatische bediening,
zoals een sensor, PLC etc. De mA-aansluiting en de COM-aansluiting moeten verbonden worden met de
uitgang van de sensor. Vervolgens kunnen de waarden van het LCD-scherm afgelezen worden.
1. Schakel de voeding van de meter in.
2. Raak toets 10 drie keer aan om deze functie in te schakelen. Op het scherm verschijnt het symbool '
'.
3. Raak toets 2 aan, op het LCD-scherm verschijnt het symbool 'MANU'.
4. Raak toets 5 of 7 aan om het gewenste bereik te kiezen. U hebt de keuze uit drie bereiken: 0-20mA%,
0-24 mA%, 4-20 mA%.
5. Raak toets 10 nogmaals aan om deze functie uit te schakelen.
3.1.18. Frequentiemeting op het extra scherm
Na het kiezen van de meetfunctie 'AC-spanning', zal op het extra scherm de frequentie te zien zijn.
3.1.19. Gebruikersinstellingen (modus 'SET')
Schakel de voeding van de meter in (plaats de batterij), en druk vervolgens snel twee keer toets 4 'MAX/MIN'
in.
Nu kan de modus 'instellingen' ingeschakeld worden:
Set1: Instellingen van de functie 'automatisch uitschakelen van de voeding'.
Op het extra scherm zal het symbool 'SET1' verschijnen.
U kan kiezen tussen: OFF (uitgeschakelde functie), 10min, 30min, 60min, 90min, 120min.
Druk toets 5 of 7 in om de tijd voor het automatisch uitschakelen van de voeding te kiezen.
Na het kiezen van de waarde, druk de toets 'REL' in om de instellingen op te slaan.
Druk vervolgens de toets 'Range' in om naar de volgende instelling te gaan, of schakel het toestel uit.
Set2: Drempelwaarde voor het instellen van de automatische verlichting.
Op het extra scherm zal het symbool 'SET2' te zien zijn, en op het hoofdscherm het symbool 'LIGHT'.
U kunt de meter op een donkere plaats leggen (of de lichtsensor bedekken).
Beëindig de bewerking van de instellingen door op de toets 'REL' te drukken en zo de gekozen waarde op
te slaan.
Druk vervolgens de toets 'Range' in om naar de volgende instelling te gaan, of schakel het toestel uit.
Set3: Instellen van de temperatuureenheid
Op het extra scherm zal het symbool 'SET3' te zien zijn.
U hebt de keuze tussen: C (graden Celcius) of F (graden Fahrenheit).
Druk de toets 5 of 7 in om de temperatuureenheid te kiezen.
Beëindig de bewerking van de instellingen door op de toets 'REL' te drukken en zo de gekozen waarde op
te slaan.
Druk vervolgens de toets 'Range' in om naar de volgende instelling te gaan, of schakel het toestel uit.
Advertenties
Inhoudsopgave
