Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

AX-160IP - DIGITALE MULTIMETER MET TOUCHSCREEN -
GEBRUIKSAANWIJZING
1. ALGEMENE INFORMATIE
1.0.
Deze meter voldoet aan de normen IEC 61010-1, CAT III 1000V en CAT IV 600V.
Specificaties:
Bediening met behulp van de touchscreen.
- Scherm voor twee waarden, maximale meting 6000.
Waterbuizen IP65.
- Categorieën CAT III 1000V / CAT IV 600V.
Automatische schermverlichting.
Digitale ijking.
Tweekleurige verlichting om de verschillende standen van het werk aan te geven.
- Keuze van de accumulator / Micro-USB-oplader
Om de meter optimaal te kunnen gebruiken, dient men de gebruiksaanwijzing aandachtig te lezen en de
veiligheidsvoorschriften strikt na te leven.
De internationale symbolen gebruikt op de meter en in de gebruiksaanwijzing worden toegelicht in hoofd-
stuk 1.2.
1.1. Veiligheidsvoorschriften
1.1.1. Inleiding
* Gezien er in de huidige vermogenssystemen grote overgangsoverspanningen kunnen optreden, hebben
elektrische meettoestellen striktere veiligheidsnormen. Overspanningen in elektrische systemen (elek-
trische netwerken, circuits van toevoerapparaten of vertakte circuits) brengen een serie gebeurtenissen
teweeg, die ernstig lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. Om de gebruiker te beschermen tegen over-
spanningen, moeten meettoestellen uitgerust zijn met de nodige beveiligingen.
Categorie van overspanningen /// Korte beschrijving /// Voorbeelden
- CAT I /// Elektronika /// • Beveiligde elektronische apparaten.
• Apparaten aangesloten op circuits (bronnen), waarin beschermende maatregelen werden toegepast om
tijdelijke overspanningen tot een laag niveau te beperken.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Axio MET AX-160IP

  • Pagina 1 AX-160IP - DIGITALE MULTIMETER MET TOUCHSCREEN - GEBRUIKSAANWIJZING 1. ALGEMENE INFORMATIE 1.0. Deze meter voldoet aan de normen IEC 61010-1, CAT III 1000V en CAT IV 600V. Specificaties: Bediening met behulp van de touchscreen. - Scherm voor twee waarden, maximale meting 6000.
  • Pagina 2: Tijdens Het Werken Met Het Toestel

    • Alle laagenergetische hoogspanningsbronnen aangedreven door een transformator met een hoge wikke- lingsweerstand, zoals delen van kopieermachines onder hoge spanning. - CAT II /// Ontvangers aangesloten op eenfasige aansluitingen /// • Huishoudtoestellen, draagbare appa- raten en andere ladingen in huis of soortgelijke. •...
  • Pagina 3 ligingen van de meter kunnen niet goed werken. Bij twijfel, neem contact op met de klantenservice. * Voor elke meting, dienen de juiste aansluitingen, functies en bereiken gebruikt te worden. * Indien u de geschatte waarde van het te meten signaal niet kent, controleer of het hoogst mogelijke bereik is gekozen of zet de automatische modus voor bereikaanpassing aan.
  • Pagina 4 1.2. Symbolen: Symbolen gebruikt in de gebruiksaanwijzing en op het toestel: - LET OP: raadpleeg de gebruiksaanwijzing. Verkeerd gebruik kan schade veroorzaken aan het toestel of onderdelen ervan. - AC (Aardleiding) - DC (Constante stroom) - AC of DC - Aarding - Dubbele isolatie - Zekering - Conform de vereisten van de Europese Unie...
  • Pagina 5: Beschrijving

    2. BESCHRIJVING 2.1. Kennismaking met het toestel Het voorpaneel is te zien op afbeelding 2-1, de beschrijving staat hieronder:...
  • Pagina 6 1 LCD-scherm 2 Extra functietoetsen 3 Meetfunctietoetsen 4 Aansluiting mA / uA (ingangsaansluiting van het rode meetsnoer voor bereik uA, mA) 5 Aansluiting 10A (ingangsaansluiting van het rode meetsnoer voor bereik A) 6 COM-aansluiting (ingangsaansluiting van het zwarte meetsnoer) 7 V-aansluiting (ingangsaansluiting van het rode meetsnoer voor het meten van de spanning, weerstand, capaciteit, frequentie, temperatuur en de diode- en continuïteitstest) 8 Lichtsensor (voor de functie ’automatische schermverlichting’) 2.2.
  • Pagina 7 10 - - Overlopen van de opgeslagen gegevens. 11 - - Aanduiding voor de modus ’relatieve metingen’. 12 - - Maximale meting tonen. 13 - - Minimale meting tonen. 14 - - Hoeveelheid opgeslagen gegevens. 15 - - Thermische weerstand van de printplaat. 16 - - Meeteenheden voor het extra scherm.
  • Pagina 8: Touchscreen

    2.3. Touchscreen Nr. -- Beschrijving 1 -- 1. Verschuif deze toets om de digitale multimeter te blokkeren of te deblokkeren. 2. Schuif deze toets naar beneden om het toestel uit te schakelen. 3. Schuif deze toets snel twee keer naar boven om de meter uit te schakelen. 2 -- Tijdens het uitvoeren van spannings-, weerstands- of stroommetingen.
  • Pagina 9: Beschrijving Van De Functies

    nogmaals in, om de modus ’resultaat vasthouden op het scherm’ uit te schakelen. 2. Raak toets 6 aan, en vervolgens toets 5, om de modus ’gegevens verzenden’ aan te schakelen. Raak toets 5 nogmaals aan om de modus ’gegevens verzenden’ te verlaten. 3.
  • Pagina 10: Handmatige En Automatische Bereikaanpassing

    Indien u het meetbereik handmatig wijzigt na het inschakelen van de modus ’resultaat vasthouden op het scherm’, wordt deze modus automatisch uitgeschakeld. 3.1.2. Handmatige en automatische bereikaanpassing De meter biedt de keuze tussen handmatige of automatische bereikaanpassing. * In de modus voor automatische bereikaanpassing zal de meter het beste bereik voor het gegeven ingangs- signaal kiezen.
  • Pagina 11: Geheugenmodus

    3.1.5. Geheugenmodus Dankzij deze functie slaat de meter de gegevens op die u nodig hebt. Het is mogelijk maximaal 10 registra- ties op te slaan. Om de geheugenmodus in- en uit- te schakelen: 1. Raak de SHIFT-toets aan, op het scherm verschijnt het symbool 2.
  • Pagina 12: Automatische Uitschakeling Van De Voeding

    3.1.11. Automatische uitschakeling van de voeding Na verstrijken van een bepaalde tijd vanaf de laatste keer dat een toets naar keuze werd ingedrukt, zal de zoemer van de meter vier keer afgaan, waarna het toestel wordt uitgeschakeld. 1. Zet de voeding van het toestel aan. Druk vervolgens snel drie keer op toets 6. 2.
  • Pagina 13 3.1.17. Metingen 4-20mA%, 0-24mA%, 0-20mA% Na het kiezen van de functie DC uA/mA, kunt u een van de bereiken 4-20mA% of 0-24mA% of 0-20mA% kie- zen. Procentuele stroomwaarde Deze functie wordt altijd gebruikt in het geval van automatische bediening, zoals een sensor, PLC etc. De mA-aansluiting en de COM-aansluiting moeten verbonden worden met de uitgang van de sensor.
  • Pagina 14: Meetfuncties

    Set4: Ijking van de omgevingstemperatuur. Op het extra scherm zal het symbool ’SET4’ te zien zijn. U kunt een ijking van de omgevingstemperatuur en van de CJC-temperatuur uitvoeren. Druk de toets 5 of 7 in om de temperatuurwaarde te verhogen of te verlagen. Stel de waarde in op de omgevingstemperatuur.
  • Pagina 15: Ac-Spanning

    3.2.1.2. AC-SPANNING 1. Zet de voeding van het toestel aan. 2. Raak toets 8 aan, de modus ’meting AC- (ACV-)spanning’ wordt gekozen. 3. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM- en V-aansluiting. 4. Sluit de meetsnoeren aan op het gemeten circuit. 5.
  • Pagina 16: Dc-Spanning

    3.2.1.3. DC-SPANNING 1. Zet de voeding van het toestel aan. 2. De modus ’meting DC- (DCV-)spanning’ wordt gekozen. 3. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM- en de V-aansluiting. 4. Sluit de meetsnoeren aan op het gemeten circuit. 5.
  • Pagina 17: Weerstandsmetingen

    3.2.1.4. mV-SPANNING 1. Zet de voeding van het toestel aan. 2. Raak de toets 11 eenmaal aan om het bereik DCmV te kiezen. Raak de toets twee keer aan om het bereik ACmV te kiezen. Raak de toets drie keer aan om de modus ’frequentiemeting’ te kiezen. 3.
  • Pagina 18: Capaciteitsmetingen

    3.2.3. Capaciteitsmetingen Om elektrocutie en/of schade aan het toestel te voorkomen, schakel de voeding van het circuit uit en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren alvorens de capaciteitsmeting uit te voeren. Controleer met behulp van de functie voor de meting van DC-spanning of alle condensatoren zijn ontladen.
  • Pagina 19 De bereiken voor capaciteitsmeting zijn 60.00nF, 600.0µF, 6.000mF, 60.00µF en 300.0µF. Om de capaciteit te meten (installeer de meter zoals getoond op afbeelding 3-3): 1. Raak de toets Ω 12 twee keer aan om de modus ’capaciteitsmeting’ in te schakelen. 2.
  • Pagina 20: Continuïteitstest

    3.2.4. Continuïteitstest Om elektrocutie en/of schade aan het toestel te voorkomen, schakel de voeding van het circuit uit en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren alvorens de continuïteitstest uit te voeren. Om de continuïteitstest uit te voeren (installeer de meter zoals getoond op afbeelding 3-4): 1.
  • Pagina 21: Metingen Van Frequentie En Arbeidscyclus

    Om een diode die zich buiten het circuit bevindt, te testen (installeer de meter zoals getoond op afbeelding 3-5): 1. Raak toets 9 twee keer aan om de functie ’diodetest’ in te schakelen. 2. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM- en de VΩ-aansluiting. 3.
  • Pagina 22 zoals getoond op de afbeelding. 2. Sluit het zwarte en het rode meetsnoer respectievelijk aan op de COM- en de Hz-aansluiting. 3. Lees het resultaat van de procentuele meting van de arbeidscyclus van het extra scherm af. 4. Plaats de meetpunten parallel tegen het gemeten circuit. Raak geen elektrische circuits aan.
  • Pagina 23 3.2.7. Temperatuurmetingen Om elektrocutie en/of schade aan het toestel te voorkomen, geef geen spanning boven de 250V DC of 220V AC rms tussen de °C-aansluiting en de COM-aansluiting op. Om elektrocutie te vermijden, gebruik dit toestel niet wanneer de spanning op de plaats van de meting de 60V DC of 24V AC rms overschrijdt.
  • Pagina 24: Stroommetingen

    1 - Temperatuursonde 3.2.8. Stroommetingen Om schade aan het toestel of lichamelijk letsel als gevolg van een gesmolten zekering te voor- komen, voer nooit stroometingen uit in een circuit waarin de nullastspanning t.o.v. de aarde hoger is dan 1000V. Om schade aan het toestel te voorkomen, controleer de zekering van de meter alvorens metin- gen uit te voeren.
  • Pagina 25 De bereiken voor stroommeting zijn 600.0µA, 6000µA, 60.00mA, 600.0mA, 6.000A en 10.00A. Om de stroom te meten (installeer de meter zoals getoond op de afbeelding): 1. Schakel de voeding van de meter uit. 2. Raak toets 13 aan om modus ’meting DC-stroom’ of ’meting AC-stroom’ te kiezen. 3.
  • Pagina 26 Om een uA- en mA-meting uit te voeren 1. Schakel de voeding van het circuit uit en ontlaad alle hoogspanningscondensatoren. 2. Raak toets 10 eenmaal aan om het bereik DC uA en DC mA te kiezen. Raak toets 10 twee keer aan om het bereik AC uA en AC mA te kiezen.
  • Pagina 27: Verbinding Met Een Pc

    3.3. Verbinding met een PC De meter heeft een functie ’seriële datatransmissie’. Het is mogelijk de meter aan een PC te verbinden met behulp van de USB-interface om gegevens te registreren, analiseren, verwerken en uit te printen. Alvorens deze functie te gebruiken, moeten het programma PC-Link en het USB-stuurprogramma op de PC geïnstalleerd worden.
  • Pagina 28: Meetspecificaties

    4.2. Meetspecificaties 4.2.0. De nauwkeurigheid is bepaald voor een periode van één jaar vanaf de datum van de ijking, voor een werk- temperatuur van 18℃ tot 28℃ en relatieve vochtigheid onder de 80%. De specificaties m.b.t. de nauwkeurigheid worden opgegeven als ±(% van de uitlezing + aantal digits) 4.2.1.
  • Pagina 29: Capaciteit

    9.999kHz /// 0.001kHz /// ±(0.1% van de uitlezing + 3 digits) 99.99kHz /// 0.01kHz /// ±(0.1% van de uitlezing + 3 digits) 999.9kHz /// 0.1kHz /// ±(0.1% van de uitlezing + 3 digits) Lineaire frequentie (6Hz~10kHz) Bereik /// Resolutie /// Nauwkeurigheid 99.99Hz /// 0.01 Hz /// ±(0.05% van de uitlezing + 5 digits) 999.9Hz /// 0.1 Hz /// ±(0.05% van de uitlezing + 5 digits) 9.999kHz /// 0.001kHz /// ±(0.05% van de uitlezing + 5 digits)
  • Pagina 30 600.0µF /// 100nF /// ± (5.0% van de uitlezing +10 digits) 6.000mF /// 1uF /// ± (8.0% van de uitlezing +20 digits) 60.00mF /// 10uF /// ± (10% van de uitlezing +30 digits) typisch 4.2.7. Temperatuur met behulp van een sonde type K Bereik /// Resolutie /// Nauwkeurigheid -200℃~0℃...
  • Pagina 31: Algemeen Onderhoud

    5. ONDERHOUD 5.0. Dit gedeelte bevat basisinformatie betreffende het onderhoud van de meter en instructies omtrent het vervangen van de zekering en de batterij. Het is verboden de meter te proberen herstellen indien men daar niet toe gekwalificeerd is en men niet over de nodige informatie beschikt m.b.t.
  • Pagina 32: Vervangen Van De Batterijen

    Ø10.3x38 7. 3) Plaats het deksel van de batterijhouder terug en draai de schroeven vast. 5.3. Vervangen van de batterijen Om meetfouten te voorkomen die kunnen leiden tot elektrocutie of lichamelijk letsel, vervang de batterij onmiddellijk wanneer op het scherm de indicator ’lege batterij’ verschijnt ( Vóór het vervangen van de batterij moeten alle meetsnoeren en/of verbindingen van alle gemeten circuits losgekoppeld worden, de voeding van de meter uitgeschakeld worden en de meetsnoeren van de ingangsaansluitingen van de meter losgekoppeld worden.

Inhoudsopgave