Mei 2015
Veiligheid in het werkgebied
Gebruik de machine alleen op een stevige ondergrond
die in staat is de maximale gecombineerde last
van de machine en de nuttige last te verdragen.
Indien de ondergrond instabiel is, zou de machine
kunnen kantelen. Om dit te voorkomen de volgende
voorschriften in acht nemen:
•
V r a a g u w w e r k g e v e r ( b o u w o p z i c h t e r,
bouwassistent) of er in de grond waarop de
stempels zullen dalen pijpen, holle ruimtes,
oude tanks, kelders, mesttanks enz. verborgen
zouden kunnen zijn.
•
E e n a l g e m e n e i n s c h a t t i n g v a n d e
bodemconsistentie kan worden gemaakt met
behulp van de tabellen en de afbeelding op
deze pagina.
•
De weerstand van de ondergrond houdt verband
met het bodemtype en de bodemeigenschappen.
Tabel 1 geeft de bodemdruk aan die is toegestaan
onder de stempels van de machine.
Bodemtype,
bodemeigenschappen
losse, niet compacte
bodem
leemachtige bodem, ve-
engrond, zachte bodem
coherente, zachte bo-
dem
niet-coherente bodem,
goed compacte bodem,
zand, grind
solide
harde
halfvaste
grond
harde
Rots, beton, straatsteen
geschikt voor het dragen
van zware voertuigen
16
Toegestane
bodemdruk
KPa
2
over het algemeen
niet stevige bodem;
hiervoor zijn bijzon-
dere maatregelen
nodig
200
100
200
400
meer dan 1000
Tabel 1
GTH-4016 R - 4018 R - 5021 R
Tweede uitgave - Eerste druk
Ga na of de grond waar men de machine wil
neerzetten (wielen en stempels) stevig genoeg is om
het evenwicht niet in gevaar te brengen. Wanneer
de grond onvoldoende stevig is, planken onder de
stempels of onder de wielen plaatsen die in staat zijn
de verwachte belastingen te dragen.
Wanneer er in de buurt van greppels wordt gewerkt, de
stempels op veilige afstand van de berm laten dalen.
a & h = minimum afstanden
De afstand (a) vanaf de voet van de helling moet
geschikt zijn ten opzichte van de hoogte (h) van de
helling.
Als de ondergrond goed is:
a : h = 1 : 1
(waarden met grijze achtergrond in tabel 1)
Bij twijfelgevallen:
a : h = 2 : 1
Ond.nr. 57.0009.0630