4. Zet de maaimachine op zijn linkerkant en laat de olie
in de bak lopen (fig. 18).
1
Figuur 18
1. Olievulbuis
5. Na het aftappen de maaier weer rechtop zetten en de
motor met verse olie vullen. Zie hiervoor de paragraaf:
Carter met olie vullen, pagina 10.
Vervangen van het oliefilter
Vervang het oliefilter (fig. 18) na elke 100 bedrijfsuren of
elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
1. Tap alle benzine af uit de brandstoftank, zie Aftappen
van benzine uit de brandstoftank, pagina 17.
2. Tap de olie af uit het carter, zie Verversen van
carterolie, pagina 17.
3. Leg een lap onder het oliefilter om weglekkende olie
op te vangen terwijl u het filter verwijdert.
4. Oliefilter verwijderen en wegwerpen.
5. De afdichtring van het nieuwe filter met een vinger
licht instrijken met olie (fig. 19).
2
m–3848
2. Oliefilter
1. Afdichtring
6. Monteer het nieuwe filter en draai het met de hand
2/3 slag vast.
7. Controleer het filter op olielekkage.
8. De doek met olie als chemisch afval behandelen.
Afstellen van het handgas
Als de motor niet start, is het misschien nodig de
gasklepregeling opnieuw af te stellen. Dit moet eveneens
gebeuren wanneer een nieuwe gaskabel is geïnstalleerd.
1. Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 11).
2. Kabelklemschroef losdraaien totdat de gaskabel
loskomt (fig. 20).
3. Beweeg de gasklephefboom, gaskabel en kabelmantel
zo ver mogelijk in de richting van de pijl (fig. 20).
18
1
Figuur 19
m-3862