2. Verwijder de twee (2) knoppen waarmee het
luchtfilterdeksel op de motor is bevestigd (fig. 16).
Ï Ï Ï Ï
Ï Ï Ï Ï
3
Figuur 16
1. Knop
2. Luchtfilterdeksel
3. Luchtfilterdeksel verwijderen en zorgvuldig
schoonmaken.
4. Voorfilter voorzichtig verwijderen. Als het voorfilter
vuil is, het voorzichtig wassen in een oplossing van
vloeibare zeep en warm water. Naspoelen in schoon
water. Filter goed laten drogen alvorens het opnieuw te
monteren.
5. Als het papieren filter vuil is, het filter schoonmaken
door het voorzichtig tegen een vlak oppervlak uit te
kloppen. Als het filter sterk vervuild is, moet het
worden vervangen.
BELANGRIJK: Geen olie op het schuimfilter of
papieren filter aanbrengen. Geen perslucht gebruiken
om het papieren filter te reinigen.
6. Schuim-voorfilter over het papieren filter aanbrengen.
Luchtfilterdeksel monteren en goed bevestigen met de
twee (2) knoppen.
Vervangen van de bougie
Verwijder de bougie telkens na 25 bedrijfsuren ter
controle. Vervang de bougie na elke 100 bedrijfsuren of
elk maaiseizoen. Gebruik een Champion RC12YC of
gelijkwaardige bougie.
1. Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 11).
2. Maak de omgeving van de bougie schoon en verwijder
de bougie uit de cilinderkop.
1
2
4
m–3664
3. Schuim-voorfilter
4. Papieren filter
BELANGRIJK: Vervang een gescheurde, verstopte of
vervuilde bougie. De elektroden mogen niet worden
geschuurd, afgeschraapt of anderszins schoongemaakt
omdat er motorschade kan ontstaan wanneer er gruis
in de cilinder komt.
3. Stel de elektrodenafstand in op 0,5 mm (0,020")
(fig. 17). Plaats de bougie met de juist afgestelde
afstand en de pakkingsluiting. Draai de bougie goed
vast tot 19 N m (14 ft-lb).
Aftappen van benzine uit de
brandstoftank
1. Zet de motor af en wacht tot hij afgekoeld is. De kabel
van de bougie trekken (fig. 11).
N.B.: Benzine mag alleen worden afgetapt bij koude
motor.
2. Verwijder de dop van de brandstoftank en gebruik een
pomphevel om de brandstof in een schoon benzineblik
te laten lopen.
N.B.: Het aftappen van brandstof mag alleen op deze
manier gebeuren.
Verversen van de carterolie
Ververs de olie na de eerste 5 bedrijfsuren en vervolgens
telkens na 50 uur of elk maaiseizoen. Olie bij warme
motor aftappen.
N.B.: Bij gebruik onder zware omstandigheden of hoge
temperaturen de olie na elke 25 uur verversen.
1. Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan. Trek de kabel van de bougie af (fig. 11).
2. Verwijder de grasvangzak. Tap alle benzine af uit de
brandstoftank, zie Aftappen van benzine uit de
brandstoftank, pagina 17.
3. Neem de peilstok uit de olievulbuis en plaats een
opvangbak naast de linkerkant van de maaier.
17
Figuur 17
m-110