VACON · 54
4
Verbind de kabels. De afbeelding geeft een
voorbeeld van goede bekabeling.
a) Sluit de fasedraden van de voedingskabel en de
motorkabel aan op de juiste aansluitpunten.
Als u een remweerstandskabel gebruikt, sluit u
de aders daarvan ook aan op de juiste
aansluitpunten.
b) Bevestig de aardleiding van elke kabel aan een
aardaansluitpunt met een aardingsklem voor
de aardleiding.
c) Zorg ervoor dat de externe aardleiding is
verbonden met de aardingsrail. Zie hoofdstuk
2.4 Aarding en aardfoutbeveiliging.
d) Let op de juiste aandraaimomenten zoals
vermeld in Tabel 21.
6
VOEDINGSKABELS
G
F
L1 L2 L3 U V W
C
A
A. Voedingskabels
B. Motorkabels
C. Aardleiding
D. Trekontlasting
E. Aardklem voor de
kabelafscherming, 360°
geaard
F. Besturingskabel
G. Aardingsrail van de
besturingskabel
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
E
D
B