VACON · 12
Tabel 2: Doorsnede van de veiligheidsaardleiding
Doorsnede van de fasedraden (S) [mm
De waarden in de tabel zijn alleen geldig als de veiligheidsaardleiding van hetzelfde metaal is
gemaakt als de fasedraden. Als dat niet zo is, moet de doorsnede van de
veiligheidsaardleiding zodanig worden bepaald dat de geleidbaarheid overeenkomt met de
geleidbaarheid die volgt uit toepassing van deze tabel.
De doorsnede van een veiligheidsaardleiding die geen deel uitmaakt van de voedingskabel of
de kabelomhulling, moet minimaal gelijk zijn aan:
2,5 mm
indien er een mechanische bescherming is, en
2
•
4 mm
indien er geen mechanische bescherming is. Bij apparatuur die is aangesloten via
2
•
een netsnoer moet de veiligheidsaardleiding de laatste ader zijn die wordt onderbroken
indien de trekontlasting breekt.
Neem de plaatselijke voorschriften ten aanzien van de minimumdikte van de
veiligheidsaardleiding in acht.
AANWIJZING!
Omdat in de frequentieregelaar sterke capacitieve stromen voorkomen, kan het
voorkomen dat foutstroombeveiligingen niet goed werken.
LET OP!
Voer geen spanningsweerstandstests uit op de frequentieregelaar. De fabrikant
heeft deze tests al uitgevoerd. Door spanningsweerstandstests uit te voeren, kan
schade aan de frequentieregelaar ontstaan.
2.5
GEBRUIK VAN RCD- OF RCM-BEVEILIGING
De frequentieregelaar kan een stroom veroorzaken in de veiligheidsaardleiding. Voor
bescherming tegen het gevaar van direct of indirect contact kunt u een beveiliging gebruiken
op basis van reststroom (RCD, residual current-operated protective device), of een
beveiliging die de reststroom bewaakt (RCM, residual current-operated monitoring). Gebruik
een type B RCD- of RCM-beveiliging aan de netzijde van de frequentieregelaar.
2
]
2
S ≤ 16
16 < S ≤ 35
35 < S
Minimumdoorsnede van de veiligheidsaardleiding
[mm
2
]
S
16
S/2
TEL. +358 (0)201 2121 · FAX +358 (0)201 212 205
VEILIGHEID