5.
Focus/Zoom
Selecteren van de Focusmodus
Selecteer de scherpstelmethode (focusmodus) die bij de beweging van het
onderwerp past.
Stel de hendel van de focusmodus
in.
Dit is geschikt voor het opnemen van stilstaande onderwerpen.
Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de
[S]
flitser geactiveerd.
([AFS])
Het focuspunt blijft vergrendeld terwijl de ontspanner tot halverwege
ingedrukt is.
Dit is geschikt voor het opnemen van bewegende onderwerpen.
Terwijl de ontspanner tot halverwege ingedrukt is, wordt het focuspunt
[C]
constant aangepast al naargelang de beweging van het onderwerp.
([AFC])
Dit voorspelt de beweging van het onderwerp met handhaving van
0
de scherpstelling. (Bewegingsvoorspelling)
Handmatige scherpstelling. Gebruik dit wanneer u de scherpstelling
[MF]
wilt vastzetten of wilt vermijden dat AF geactiveerd wordt. (l 123)
In de volgende gevallen werkt [AFC] hetzelfde als [AFS] wanneer de
0
ontspannerknop tot halverwege wordt ingedrukt:
– [
]-modus
– In situaties met weinig licht
Als de volgende functies gebruikt worden, schakelt [AFC] naar [AFS]:
0
– [65:24]/[2:1] ([Aspectratio])
– [Hoge resolutie modus]
Deze functie is niet beschikbaar voor opnames met Post Focus.
0
96