[Bedieningsstand]
Stel de stabilisatiebeweging (wazig) in om bij de opnamemethode
(normaal, panning) te passen.
[Normaal]
[Pannen
(automatisch)]
[Pannen (links/
rechts)]
[Pannen
(omhoog/
omlaag)]
[OFF]
De bedieningsstanden die gebruikt kunnen worden, variëren afhankelijk van de
0
gebruikte lenzen en de instellingen van [Body (B.I.S.) / Lens (O.I.S.)].
[Pannen (automatisch)] wordt niet weergegeven als lenzen van andere fabrikanten
0
gebruikt worden met een beeldstabilisatiefunctie met [Body (B.I.S.) / Lens (O.I.S.)]
op [
] gezet. Stel in op [Pannen (links/rechts)] of [Pannen (omhoog/omlaag)] om
bij de panning-richting te passen.
Als lenzen met een O.I.S.-schakelaar gebruikt worden, kan de bedieningsstand van
0
de camera niet op [OFF] gezet worden. Zet de schakelaar op de lens op [OFF].
Als de volgende functies gebruikt worden, schakelt [Bedieningsstand] naar [
0
([Normaal]):
– [
]-modus
– Video-opnames/[6K/4K-FOTO]/[Post-Focus]
U kunt functies op Fn-knoppen registreren:
0
[
]
[
[Beeldstabilisatie] (l 367)
Corrigeert verticale, horizontale en draaiende
camerabewegingen.
Deze functie is geschikt voor gewone opnames.
Detecteert automatisch de panning-richting en corrigeert
verticale en horizontale camerabewegingen.
Deze functie is geschikt voor panning.
Corrigeert verticale camerabewegingen.
Dit is geschikt voor horizontale panning.
Corrigeert horizontale camerabewegingen.
Dit is geschikt voor verticale panning.
Zet de beeldstabilisatiefunctie op OFF.
]
[Fn knopinstelling]
6. Aandrijving/Sluiter/Stabilisatie
[Instelling in opnamemodus]
]
181